All posts filed under: Dagelijks

Beste Nathalie,

Ik moet veel aan je denken. Grappig vind ik dat, omdat ik je aanvankelijk helemaal niet wilde ontmoeten. Daar had ik geen zin in. Maar tussen Chambery, de woonplaats van de ouders van Thibault, en La Vachette zitten een hoop kilometers die het makkelijkst met de auto worden overbrugd. Zoals je weet, heb ik een groot deel van de afstand gelopen via een bergpad tot Refuge Laval, nadat je me had afgezet bij Plan Lachat. Je had me overigens aangeraden om langs Lac des Cerces te gaan, maar het was te lang, te warm en ik was de vorige dag al verbrand. Er lag daarbij nog veel sneeuw, daarboven, zag ik later.  Hoe dan ook, ik kon niet echt om je heen. De trein bracht me slechts tot La Ravoire. Met tegenzin stak ik mijn duim in de lucht, veel auto’s voor je reden in hoog tempo langs me. Ik stond er misschien twintig minuten. De auto waarin je reed kan ik me niet meer voor de geest halen, maar jou vond ik deftig. Niet …

Roddelgeneratie

De hangjongeren van La Vachette zijn per stuk zo’n zeventig jaar oud. Tijdens de donkerste maanden van de winter ontmoeten ze elkaar voor het systematisch wegvegen van elke sneeuwvlok die het aandurft om hun oprit te vervuilen. Tip van de overbuurman: neem binnen vast even een flinke slok cognac, daar krijg je het warm van. Nu de lente aanbreekt loopt het hele dorp van huis naar huis niet voor de sneeuw, maar voor de gezelligheid. Om de boormachine van de ene te lenen of de printer van de andere, om even te helpen met het sjouwen van een zak aarde of de laatste roddels op de rails te zetten. Vooral dat laatste neemt tijd in beslag. Omdat ze er allen sinds decennia wonen, is de niet zo heel geheime kist vol interessante weetjes oneindig diep. Na een korte warming-up van luchtig gebabbel over het weer of corona, komt de buurman aan bod, de skileraar die een zoon heeft die aan zijn derde vrouw is begonnen en die hij net als zijn eerste twee al dreigt …

‘Mittenwald’ door Jaap de Witte

Mittenwald, 1 augustus 2020. Het is één van die paradoxale, bevreemdende dagen. De temperatuur tikt net de 32 graden aan, de lucht is strakblauw met één bijdehand, voorbijdrijvend schapenwolkje en in de verte hoor je het zachte getik en gekletter van wandelstokken in de hoofdstraat. Het Karwendelgebergte torent, vastgeketend in de tijd, boven het Beierse bergdorp uit. Geraniums hangen in bonte kleuren over balkons en Maria’s waken trouw over straathoeken. Er is niets aan de hand. De toeristen zijn toeristen, de bewoners zijn de bewoners en Bertha nr. 36 staat in de dorpsweide, waar ze al vijf jaar staat – zo blij als een ei. Alles is zoals het was en zoals het is. Maar het is niet zoals het is. In Mittenwald hangt de sfeer van een groot geheim. Een verstikkend, duister geheim, waar niemand het over heeft. Een omertà dat ieders leven beheerst. Soms prikt dat geheim door alle sereniteit. Dan beukt het geheim met alle macht door het zomergevoel en slaat het de zomerdroom aan gort. Je grijpt in je broekzak om …

Vandaag

Soms ben ik nieuwsgierig. Naar die plek waar jullie twee jaar geleden heen vertrokken zijn. Of jullie nog samen zijn. Of er daarboven toch iets veranderd is, de lucht, de sneeuw, het gesteente. Thibault gaat er vandaag heen. Hij komt even hoi zeggen en dichtbij zijn, zal met twee vrienden iets aan de bovenkant van het couloir leggen. Dat kan beter op de 27ste van februari dan op de andere dagen van het jaar. Ik snap dat wel. Ik ben ook dichtbij, want vandaag mag alles. Jullie dood mag het allerergst zijn. Ik sta mezelf toe erover na te denken hoe jullie levens er inmiddels uit hadden gezien. De liefdes, huizen, baby’s misschien. Ik geef mezelf toegang tot de dag zelf, de voorbereiding, de tocht, die snelle lunch onderaan het couloir. Alles wat jullie deden, zeiden, zagen. Ik laat mezelf het verdriet van jullie families voelen. Jullie afwezigheid. Keer op keer op keer. En toch mag ik ook juist vandaag weer even jullie aanwezigheid voelen. Vandaag mag namelijk alles, ik mag zelfs aan jullie schrijven. …

Zondagochtend

De krant, koffie en een kat in de buurt: op schoot, in de tijdschriftenbak of voor het raam. Misschien zelfs wat klassieke muziek op de radio en dan weer koffie. Sinds een aantal maanden kan ik de zondagochtend vieren zoals mijn ouders me het geleerd hebben, want er is een krant in huis. Toen mijn moeder hier in La Vachette tot mijn grote plezier het Franse leven testte, liet ze doorschemeren dat mijn Nederlands er in Frankrijk niet Nederlandser op werd. Eventueel wat Franser en ongetwijfeld Rubyaanser, waar het vooral circuleert in het bewegelijke labyrint van mijn eigen hoofd. Het was dus belangrijk dat ik weer Nederlands zou lezen. De oplossing daarvoor werd de NRC.  Sindsdien kan ik verstandige dingen zeggen over de toeslagenaffaire, enge types bij de Leidse rechtenfaculteit en schaatsers die massaal over het ijs glijden of er massaal doorheen zakken. Ik weet niet of het (al) effect heeft op mijn schrijven, maar het geritsel van het papier en de inkijkjes in het dagelijkse Nederlandse leven brengen me elke zondagochtend weer even terug …

Metronoom

Afgelopen twee weken zaten vol emoties. Ik heb namelijk geskied in het station, eerst in Zwitserland en daarna (wederom) met de CRET. Je zou niet zeggen dat skiën een emotionele aangelegenheid is, tenzij de knappe skileraar na winters lang circuleren in hetzelfde station nog steeds geen hint van interesse toont of je kleine broertje plotseling harder skiet dan jij. In elk ander geval is skiën toch wel gewoon dat zonnetje op de sneeuw, spanning en euforie van het gesjees over de pistes of door het bos, glijdend richting het biertje in het dal. De afgelopen vijf jaar heb ik echter zo hard gewerkt om de sport onder de knie te krijgen dat elke afdaling, misschien zelfs wel elke bocht, iets groots in me losmaakt. Ofwel gevoelens van beheersing, van vrijheid en dankbaarheid wanneer ik gewoon hop-hop-hop ski, ofwel teleurstelling, frustratie, het totaalpakket aan waarom-de-**** is dit zo moeilijk en ben ik zo dramatisch incapabel. Feit is dat ik eigenlijk nog nooit zo hard voor iets heb moeten werken. Toen ik eventjes besloot om het ski-examen …

Drie oude dametjes Deel III (Fictie)

Klik hier voor deel 1! Met twee daadkrachtige voeten in twee kleine, daadkrachtige bergsloffen hielp ik om vier uur ’s ochtends met het dekken van de tafel voor de alpinisten die op tocht zouden gaan. Ik vertelde ze allemaal welke temperatuur het buiten was (-3), hoe hard de wind woei (15km/uur) en gaf het advies aan een groep van vijf om vooral niet te snel van start te gaan, om energie voor de top te bewaren.‘En wat doet onze kleine waardin zelf, vandaag?’ vroeg een man met een enorme baard.‘Ik heb iets om uit te zoeken.’Hij lachte hardop. ‘En zeg ons eens, wat heb jij om uit te zoeken?’Iedereen luisterde aandachtig. Opeens werd ik verlegen, deed een stap naar achteren en antwoordde zonder iemand aan te kijken: ‘Niets.’‘Ah’, zei de man, ‘is het iets geheims, toevallig?’Ik knikte.‘Nou, dan zal ik er maar niets meer over vragen. Succes met je zoektocht.’ Hij knipoogde. Nadat alle alpinisten de deur uit waren en ik even door het raam naar de slinger van lichtjes had gekeken, kroop ik terug …

Gastblog Moeder woont in La Vachette II.

Voor Gastblog Moeder woont in La Vachette I, klik hier! Ja inderdaad, van die moeder die in Frankrijk was. Logisch wel, want Ruby heeft er maar één. Ze is weer in Nederland na twee maanden La Vachette. De horizon was verbreed.Nog iets breder zou fijn zijn geweest, maar zoveel ruimte biedt een Frans confinement  (lock down in goed Nederlands) nou ook weer niet.Daarnaast was er diep en lang nagedacht en belangrijke conclusies getrokken. Kortom de zaadjes voor het nieuwe leven als pensionado in Frankrijk waren geplant. Nu alleen nog even naar Nederland om Ruby’s vader van de noodzaak van een en ander te overtuigen en ons eigen ‘ik vertrek’ kon uit de startblokken. Met heel veel pijn in mijn hart verliet ik La Vachette. Tigrou en Ruby, Fiekje, Thib, de prachtige bergen, de onverstaanbare overbuurman, zelfs de schimmelige hond van de skileraar; ik had het allemaal in mijn hart gesloten. Gelukkig zou ik snel terugkomen. Maar Nederland is ver en twee dagen in de auto zijn lang.Er moest een flink aantal hindernissen worden genomen. Zoals …

Drie oude dametjes Deel II (Fictie)

Klik hier voor deel I! Terwijl mijn vader de waardin hielp met de schoonmaak, hield ik de wacht op het terras. Ik zag toeristen met glitterschoenen en grote camera’s richting de hut lopen, Noordelijke families met verbrandde vaders, alpinisten met tassen en touwen en gidsen die me ter plekke over mijn bol aaiden en vroegen wat mijn laatste beklimming was geweest. ‘Agneaux’, zei ik dan met een klein beetje teleurstelling. Toen één zo’n stomme gids me optilde, op de kop naar binnen droeg en tegen mijn vader zei dat ‘ie onderweg iets grappigs had gevonden, waardoor ik natuurlijk heel hard moest tegenstribbelen en lachen en helemaal niet meer oplette, schuifelden de dametjes ongezien de hut binnen en namen plaats achter dezelfde tafel als vorige keer. Na een uur lang stiekem kijken – er gebeurde niet zoveel – en al mijn moed bij elkaar te hebben geschrapt, liep ik voorzichtig op ze af. Van dichtbij waren ze nog véél ouder. ‘Uh…’ begon ik voorzichtig. Ik durfde ze niet aan te kijken.‘Uh… Hoe… Hoe lopen jullie dat …

Immigrant

De gepensioneerden van het dorp zijn dolgelukkig met de vannacht gevallen sneeuw, al zouden ze het niet toegeven. Al vroeg in de morgen klinkt het geschraap van hun sneeuwschuivers. Het gevallen laagje in het dorp is nauwelijks een gymp hoog * en hindert dus geenszins de gang van het dagelijks leven, maar geeft hen een excuus om samen te komen en nieuwtjes uit te wisselen, leunend tegen hun schep. Want daar zijn ze allemaal dol op. Tegen tienen leen ik de enorme schep van de buren en maak toch maar het paadje schoon dat tussen onze boerenhuizen slingert, een onuitgesproken dorpsplicht die ik zelf nogal eens nalaat, want ik ben zo’n immigrant die sneeuw alleen maar ziet als iets leuks. Die middag sneeuwt mijn bescheiden bijdrage doodleuk onder. Met plezier trek ik daarom mijn ski’s uit de kast en zet ze op het pad richting Montgenèvre. Het dorp ligt vlak na de col achter La Vachette, tegen Italië aan. Ik ken de weg niet, het bos niet, alleen de richting. Hoe hoger ik kom, hoe …