All posts filed under: Refuge

Te veel gedronken

Thibaults peetoom kwam op bezoek en wilde ons graag mee uit eten nemen. Omdat pizza’s in Italië vaak goedkoper en lekkerder zijn (want Italiaans), opperde Thibault om een restaurant over de grens te zoeken. Die ligt op een kwartiertje van ons dorp. Samen met de vrouw van de peetoom stapten we in een nette rode familieauto, Thibault en ik als kinderen op de achterbank. Zo reden we de berg op en de grens over. Daar zag ik iemand vlak naast de berm met een verrekijker, ik tikte Thibault aan. De man richtte zijn apparaat op de bergflanken van de vallei van Montgenèvre, de bossen en kunstmatig ondergesneeuwde pistes in het schemerdonker. Als hij bergschoenen aan had gehad, een beige broek en een hoed, dan hadden we kunnen geloven dat hij zocht naar marmotten, een wolvenroedel of een verloren schaap. Als het mijn vader was geweest, dan had hij misschien ondanks het donker nog de lagen in het gesteente willen onderscheiden. Maar de man droeg een donkerblauwe broek en een donkerblauwe jas en zocht naar vluchtelingen. …

Lijkt het op een jacht?

Heb ik jullie wel eens verteld hoe vluchtelingen hier in Briançon aankomen? Ik heb het nu natuurlijk over de vluchtelingen met een kleurtje, want de anderen pakken gewoon de bus of de trein en worden dan met open armen ontvangen in Nederlandse gezinnen en de kinderen mogen naar school en dat komt allemaal in de krant. De vluchtelingen hier moeten de bergen over. Ze zijn al maanden of jaren onderweg en komen dan aan bij de grens tussen Italië en Frankrijk. Tussen de laatste bushalte in Italië en Briançon ligt een col. Daarover loopt een geasfalteerde weg en, iets daarnaast in de bossen, een onverhard pad van een meter of twee breed. Het wemelt er van de politie (met warmtecamera’s). De vluchtelingen reizen ’s nachts, want dan vallen ze minder op, en ze nemen de weg noch het pad. Hoe hoger ze namelijk de bergen intrekken, hoe meer kans ze hebben om ongezien in Frankrijk aan te komen. En hoe gevaarlijker het is, want de rotswanden zijn steil en het donker is precies zo zwart …

Zakjes met Urine

De eerste zin van de eerste mail die ik maandag 4 oktober opende, luidde als volgt: “Je vous informe que des clients ont laissé des sachets d’urines et d’autres détritus ce matin à bord de l’autocar assurant le départ de 9h de Briançon gare “ Heel vrij vertaald: ik stel u op de hoogte van het feit dat klanten vanmorgen zakjes urine en ander afval achtergelaten hebben in de bus, vertrokken van station Briançon om negen uur. Die klanten waren migranten, legde de communicatiemedewerker van het busbedrijf iets verder in de mail aan ons uit. Fronsend keek ik naar mijn scherm. Wat vervelend voor die buschauffeur dat hij na zijn lange werkdag zakjes plas moest oppakken en weggooien. Maar wat moest ik daarmee? Of Refuge Solidaire? Migranten in Briançon zijn meestal makkelijk te herkennen: ze dragen gekke kledingcombinaties, spreken (vaak) geen Frans en hebben een kleurtje. Wij werken met dit soort migranten, maar dat betekent niet dat alle migranten bij ons langskomen. We kunnen al moeilijk de verantwoordelijkheid dragen voor het gedrag van de migranten …

Helper

Paulo is een lange, stevige, diepdonkere man. Hij slaapt in de wachtruimte op een stoel, direct na de hoofdingang van het centrum, met zijn nek in de knik van een slapende man op een stoel. Als migranten ’s nachts aankloppen, schrikt hij wakker (denk ik, ik ben er ’s nachts niet bij, misschien wordt hij zachtjes wakker van hun voetstappen buiten). Dan brengt hij ze naar een vrije hoek in het gebouw, geeft ze te eten en wat dekens en gaat weer terug naar zijn stoel. Soms maakt hij schoon. Dan komt onze keukenheldin ’s ochtends aan en is de hele keuken spic en span. Of het hele trapgat. Omdat de spanningen tussen de Afghanen en Margebanen vaak s’ nachts tot uiting komen, is hij dikwijls getuige van gevechten en weet ons dan ’s ochtends aan te wijzen wie als eerste het mes trok. Laatst werd hij zelf met de dood bedreigt. Waarom? Omdat hij onze helper is, omdat hij tussen beide probeerde te komen, omdat hij misschien niet alles even tactisch oplost. Ze zeggen …

Kiezels

Les Terrasses is de naam van het voormalige bejaardentehuis waar Refuge Solidaire de eerste drie verdiepingen huurt. Zowel de tweede als derde verdieping geeft toegang tot een drietal terrassen waar migranten ’s winters hun sigaret roken en ’s zomers in de zon zitten. Het terras op de derde verdieping is zo groot als een basketbalveld en ligt vol met kiezels. Misschien was dat prettig of mooi voor de bejaarden, maar migranten hebben er niet zoveel aan (je kan er nu eenmaal niet zo goed op basketballen). Toch hebben de kiezels tot een vorm van amusement geleid. Drie Afghaanse broertjes tussen de vier en zeven jaar oud verveelden zich op een willekeurige herfstdag in het vluchtelingencentrum en stuitten toen op een terras vol kiezels. Ze vulden elk een handje, liepen naar de rand van het terras, zetten hun voetjes op de onderkant van de stalen balustrade en probeerden een voor een verschillende objecten te raken. De weg lag daar zo’n vijf meter onder. Blijkbaar mikten ze vooral op geparkeerde auto’s van de buurtbewoners, en (godzijdank) niet …

Partytent

De eigenaren van Les Terrasses Solidaires besloten een week voor het einde van mijn contract om het gebouw te sluiten voor al haar huurders, een dag na de inauguratie van de nieuwe locatie, omdat ze erachter waren gekomen dat de situatie vrijwel onhoudbaar was (de migranten lagen weer eens in bosjes in het couloir). Het was eindelijk tijd voor de overheid om haar verantwoordelijkheid nemen. We zouden pas heropenen als zij ons beloofde zich te ontfermen over de migranten die wij volgens de norm van het gebouw geen plek meer konden bieden (nummer 81, 82, 83 etc.) De migranten worden nu al een week lang ondergebracht in een zaal naast de kerk, en de overheid wil niet onderhandelen (die vindt het misschien wel prettig dat we moesten sluiten). De kerk ligt onderaan Briançon en Les Terrasses bovenaan; we slepen al het eten, de dekens en de vrijwilligers dus heen en weer tussen beide locaties. Inmiddels is er geen plek meer over in de kerkzaal en hebben we een extra tent moeten opzetten. Van veraf lijkt …

Moeilijke mannen

Op de ochtend van mijn eerste werkdag in het vluchtelingencentrum, vroeg een collega me of ik haar wilde helpen bij de ronde langs de kamers, want haar Engels was zo slecht. Achter de eerste deur die we openden, om half tien ’s ochtends, lagen zo’n tien mannen op veldbedjes te slapen. We spraken luid om ze wakker te maken, vroegen naar hun naam en legden ze uit dat er die middag een auto naar Lyon zou rijden met vier vrije plekken. Of ze naar Lyon wilden. Het gros besloot ons te negeren, zij die zich naar ons omdraaiden keken boos, een enkeling sloeg demonstratief de deken over het hoofd. Mijn collega liet zich niet negeren en bleef zichzelf herhalen in haar Franse Engels (Franglais zeggen ze hier), ik probeerde met een man te communiceren die zich inmiddels half had opgericht en met opgetrokken wenkbrauw naar me keek. Hij sprak redelijk Frans. Ja, ja, ja, zei hij, het is goed, het is goed. Ja, ik kom mezelf melden, ja, ik ga weg. Ik zag aan hem …

Vogeltjes

De migranten hadden een nestje gemaakt in mijn hoofd en vlogen in en uit. Tijdens mijn werk, na mijn werk, in mijn dromen en mijn weekenden. Soms waren het de twee peuters in de wasmand, soms de kwajongens met hun opgeschoren koppen, soms de zielen die op de grond sliepen, soms alle migranten bij elkaar, de onze, de anderen, zelfs zij die nog moesten migreren om het eventueel beter te krijgen. In hun aanwezigheid leken veel andere dingen futiel. Zoals de dingen die ik deed voordat ik het tijdelijke contract ondertekende: klimmen, eten, muziek maken, luisteren naar verhalen van vrienden die niet in relatie stonden met verdwaalde migrantenfamilies in de bossen van Montgenèvre. Ik kon er niets tegen doen en wilde er ook niets tegen doen, want dit was mìjn grote confrontatie met ongelijkheid. Gisteren had ik voor het eerst die dag waarvan ik wist dat ‘ie zou komen: geen vogel vloog in of uit. Met een groep vrienden was ik gaan klimmen in Plampinet, op de gele rotsen boven ons favoriete dorpje, in de …

Roze stift

Kebba (onze hulpmigrant) legt de families die ’s nachts aankomen vaak in de ruimte voor mijn bureau, waarschijnlijk omdat hij daar zelf vaak slaapt of waakt en zodoende een oogje in het zeil kan houden. Daarom beginnen mijn dagen bijna altijd met gesluip tussen slapende kinderen door. Die kinderen worden natuurlijk op een gegeven moment wakker en doen dan (gelukkig) precies waar ze goed in zijn: kind zijn. Op pad met het knuffelbeest, aandacht vragen van de ouders, met rollerskates door het couloir denderen, ruziemaken, huilen en dan toch weer in slaap vallen. Omdat het afgelopen week iets rustiger was in het centrum (100 migranten in plaats van 160 vanwege een probleem met het openbaar vervoer in Italië) nodigde ik twee Afghaanse zusjes uit in mijn bureau om aan de andere kant van mijn werktafel te komen waterverven. Dat was erg gezellig. Na tien minuten begonnen ze zichzelf onder te verven en na twintig minuten voelden ze zich voldoende op hun gemak om van hun stoel af te komen en het bureau ‘te ontdekken’. Ik …

Schurft

Afgelopen zondag vroeg een collega me of ik wilde helpen met het leeghalen van een kamer. Er waren twee families met in totaal zes jonge kinderen die een kamer zochten, maar veel van onze kamers waren bezet met jonge mannen. Het kostte ons ruim twee uur om de mokkende mannen van hun bed te lichten en de puinhoop op te ruimen die ze achterlieten. Stapels afwas, afval en een hoeveelheid beddengoed die me boos maakte; er heerste immers al twee dagen een groot tekort aan dekens, waardoor veel vluchtelingen op de grond sliepen zonder ergens onder te kunnen kruipen. Deze jongens hadden op een viertal dekens geslapen om het veldbed comfortabeler te maken. Nog voor ik de helft van de kamer gedweild had, bracht een wat paniekerige vrijwilliger me een jonge, verlegen man met schurft. Hij kwam net van de medische post en had medicatie gekregen. De vrijwilliger duwde een plastic zak in mijn hand en legde me uit dat de man direct geïsoleerd moest worden. De volgende morgen zou hij zijn huidige besmette kleding …