All posts filed under: Gidsenexamens

Taart

Een van de jongens van de CRET wordt midden in de week vader van een tweede dochtertje. Ik mag zijn plek overnemen en ski voor twee laatste dagen mee met de groep. Het is zo’n buitenkans dat ik alleen maar kan genieten. Zelfs mijn ski’s voelen zich bevrijd. Twee dagen lang klopt elk detail binnen mijn leven. De bewegingen, het wit. De examens verdwijnen ver naar de achtergrond en het enige wat ik eventueel nog wil, is laten zien aan mijn opleiders dat ik goed kan skiën. Zij hebben me immers onder hun vleugels gehad sinds ik kwam aanglijden in pizzapunt, geen woord Frans dat uit mijn mond kwam. Nu voel ik me een skiër, een van hen. Niet zo snel, niet zo technisch, maar op mijn plek. Voor het eerst wil ik niet dat het over is. Ik zou alles weer opnieuw doen. Bij het afscheid weet ik niet zo goed wat ik tegen mijn opleiders moet zeggen om mijn dankbaarheid te uiten. Wat ze me gegeven hebben is veel groter dan een eventueel …

Metronoom

Afgelopen twee weken zaten vol emoties. Ik heb namelijk geskied in het station, eerst in Zwitserland en daarna (wederom) met de CRET. Je zou niet zeggen dat skiën een emotionele aangelegenheid is, tenzij de knappe skileraar na winters lang circuleren in hetzelfde station nog steeds geen hint van interesse toont of je kleine broertje plotseling harder skiet dan jij. In elk ander geval is skiën toch wel gewoon dat zonnetje op de sneeuw, spanning en euforie van het gesjees over de pistes of door het bos, glijdend richting het biertje in het dal. De afgelopen vijf jaar heb ik echter zo hard gewerkt om de sport onder de knie te krijgen dat elke afdaling, misschien zelfs wel elke bocht, iets groots in me losmaakt. Ofwel gevoelens van beheersing, van vrijheid en dankbaarheid wanneer ik gewoon hop-hop-hop ski, ofwel teleurstelling, frustratie, het totaalpakket aan waarom-de-**** is dit zo moeilijk en ben ik zo dramatisch incapabel. Feit is dat ik eigenlijk nog nooit zo hard voor iets heb moeten werken. Toen ik eventjes besloot om het ski-examen …

Van Dynafit Vulcan naar Scarpa F1

Leeswaarschuwing: Dit verhaal bevat een hoge dosis informatie die uiterst oninteressant zou kunnen zijn voor mensen die niet skiën. Sinds ik een nieuw paar skitoerschoenen heb gekocht, sta ik voor een iets wat lastige keuze. Alhoewel ik normaal gesproken niet bijzonder gepassioneerd over materiaal zou schrijven, kan ik me nu toch niet inhouden. Het is namelijk wel leuk, dat staaltje techniek tussen ski en voet. Voor zij die de skitoerschoen niet goed kennen, hier eerst kort een omschrijving. Tijdens een skitocht moet de skitoerschoen zelf omhoog lopen. Iedereen die welleens onverhoopt een flinke afstand heeft overbrugt op pisteschoenen, weet dat ze er niet voor gemaakt zijn. De skitoerschoen wél. Die loopt omhoog en skiet naar beneden. Voor het omhooggaan is de schoen flexibel, bijna als een ‘echte’ schoen, en gelukkig een stuk minder zwaar dan de pisteschoen. Voor het afdalen is de schoen echter stijf, met de mogelijkheid tot een solide druk van het scheenbeen op de ‘tong’ van de schoen (languette in het frans, de voorflap), ongeveer zoals in een pisteschoen. In de skitoerschoen …

Zeven Kilo Kat

Telkens wanneer ik de deur open voor Tigrou moet ik denken aan de kogelvis; die ene die opzwelt wanneer bedreigt door een ander zeedier. Temperaturen buiten liggen al dagen ver onder nul en Tigrou is zo breed als lang wanneer hij door het couloir naar zijn voederbak loopt, doorgaans zijn eerste bestemming binnenshuis. Als hij dan plaatsneemt op zijn poef, het liefst dicht bij de kachel, slinkt de omvang van zijn winterjas direct aanzienlijk, al blijft er immer behoorlijk veel kat over.

Het is dus koud. Zo koud dat kinderen schaatsen op het meertje van Parc de la Schappe. Volwassenen echter niet, want daarvoor is het besmettingsgevaar te groot en krijgen ze geen toegang. Wat zij doen, met verbazingwekkende aantallen, is sleetje rijden. Aan de voet van de gesloten skiresorts krioelt het in het weekend van warm aangeklede sleetje rijders, jongeren met biertjes en muziek, gezinnen met camera’s en thermosflessen. Er zijn ook nog best een aantal snowboarders die de helling omhooglopen voor een afdaling van honderd meter en een bulk tourskiërs die er niet persé uitzien als de graatmagere, aerodynamische tourskiërs uit de wereld van hiervoor.

Een klein feestje voor nummer 47

Maandagochtend zaten we met 106 bloednerveuze kandidaten in het amfitheater van de ENSA. Ze gaven ons hesjes met een rugnummer en uitleg over het eerste examen van de week: Oriëntatie. Die avond zaten we er nog maar met 71. De balises die we moesten vinden hadden in nestjes dicht bij elkaar gelegen en veel kandidaten hadden zich vergist. De volgende dag reisden alle 71 af naar Ablon, een prachtig klimgebied richting Annecy waar onze harten een voor een explodeerden van zenuwen. Met trillende armen en benen klommen we onze examenroutes, soms klonk er een schreeuw van een vallende ziel. De gevallen zielen stonden die avond niet op de lijst. Woensdagochtend renden 49 kandidaten door de granieten blokken van Plein Joux. Op bergschoenen klommen we gemene plaatroutes en eventjes dacht ik zelf weg te glijden, maar nee, ’s avonds hing mijn naam nog steeds in de hal van de ENSA. En toen was ik moe. Met de overgebleven horde liepen we donderdag naar Glacier du Tour om de juryleden onze kunsten in het ijs te tonen. …

Week 7: De wonderlijke wereld van een zomerse wintersport

Het is 26 juni, zeven uur ’s ochtends. Met de ramen open rijden we langs het Lac du Chambon. De bergen zijn groen, de lucht is warm. Nieuwsgierig tuur ik in de verte, op zoek naar onze bestemming van deze ochtend. Ze hadden me gezegd ‘kijk goed om je heen, Ruby, het is nog eens wat’. We rollen langzaam Les Deux Alpes binnen en ik geef ze gelijk. Het is bijzonder lelijk. Het dorp, als het zo te noemen valt, bestaat uit een enorme verzameling appartementencomplexen met brede asfaltwegen, parkeerplaatsen en betonnen liftstations. Rechts gapen beige gaten in de flank van de berg, recent opgevuld met nog meer appartementencomplexen, links zie ik slechts opgedroogde skipistes. De hele berg piste, alsof ze er een gestreepte deken overheen hebben gelegd. We halen onze ski’s uit de kofferbak en stappen in een lift, die ons takelt over eindeloze lappen gras, over puinhellingen waar bulldozers de bergen zonder concessies op skiërs hebben aangepast, over het begin van een gletsjers die inmiddels de naam draagt van het skistation. Daar treden …

Week 6: Chamonix II (Samen)

Thibault deed een parcours in het ijs en stond plotseling voor een gigantisch gat in een sneeuwbrug. Hij besloot naar de overkant te springen en landde op een steen die enigszins verstopt onder de sneeuw lag. Zijn enkel klapte dubbel en zwol op, een helikopter vloog hem naar het dal. In het ziekenhuis zagen ze aanvankelijk niets, maar twee dagen later toonde de scanner een breuk in het sprongbeen. Een operatie, twee maanden met de poot omhoog en nog eens drie maanden revalidatie. Nu ligt hij op bed met een lichaam dat tot in de puntjes afgetraind is. Ook mijn lichaam is tot in de puntjes afgetraind. Klaargestoomd voor de blokken en het ijs, de wanden en het oerwoud van de oriëntatietest, hier presenteert de Hollandse zich aan de ENSA met een blonde staart, een stadsvoet en een Frans vriendje dat schittert in absentie. Week zes deed me aanvankelijk goed. Het gekip-zonder-kop in het bergterrein beheerste ik eindelijk genoeg om er een dosis plezier uit te halen die me deed vergeten dat ik eigenlijk geen …

Week 5: Chamonix I (Essay de Thibault)

Omdat ik zelf een klein beetje moe ben dit weekend, heb ik mijn (Franse) vriendje gevraagd om het verslag van de eerste week in Chamonix te schrijven. Die is geschreven in het… Frans. Voor mijn Franstalige lezers zal het dit keer makkelijker zijn om mijn blog te ontcijferen (onze Donald Duck taal valt niet mee), mijn Nederlandse lezers verwijs ik voorlopig naar Google Translate – tot ik zelf de energie vind om de tekst van Thibault te vertalen. Nog een extra kijkje in de gekte van de CRET kunnen jullie vinden op de blog van Theo, mijn cursusgenootje. Klik vooral even op de video, die geeft de uitdaging van afgelopen week goed weer: Ijs. Semaine 5: Chamonix I Treize jours, douze heures et 127 minutes. Il pourrait s’agir d’un nouveau titre de ces livres français rouges, ceux de la littérature alpine. Rangé à côtés de celui de Desmaison, de la trace de l’ange, et du bouquin alpino-romantique d’Isabelle Bonnet. Les héros sont ici une GoreTex trouée, une paire de chaussette et de moi-même, c’est l’histoire …

Week 4: Verdon

Een paar schapen zou ik wel in mijn tuin willen hebben. Een atelier in huis, een houten tafel en rozen op het terras. Meer hoeft eigenlijk niet. Tigrou die zich uitstrekt op een witstenen muur misschien, een gitaar en een piano zonder publiek. Waarom ik me terug zou moeten vinden middenin het onweer op 300 meter hoogte bungelend aan een touw, weet ik niet. Ze zeggen dat je soms dingen moet doen die je niet leuk vindt om een groter doel te bereiken, maar daarboven aan de muur geplakt met die afschuwelijke diepte onder me en het flitsen en donderen boven me vervloek ik mezelf en elke beslissing die ik eens heb genomen. De week in Verdon zou niet gemakkelijk zijn. Als ik er had mogen rondlopen en filosoferen, dan was ik er misschien nooit meer weggegaan, want de witte, 400 meter hoge wanden die aan beide kanten boven een felblauwe rivier uittorenen zijn niet helemaal van deze orde; de Verdon heeft ongetwijfeld hulp gehad van een klein gezelschap goden om zulke kliffen uit te …

Week 3: Spleet

Tijdens zijn loopbaan als gids heeft hij alles gebroken behalve zijn hoofd, zegt mijn opleider. Vier jaar geleden nog bracht hij zijn hele onderstel aan puin, als klap op de vuurpijl, niemand had gedacht dat hij het zou overleven. Aan het andere uiteinde van het touw bindt hij zich in. Een knappe zestigjarige met een paar felblauwe ogen in een bruin, gerimpeld gezicht, een klein gespierd lichaam in een wijde klimbroek. We zijn in Annot, tussen rotsen van draken of reuzen of pinguïns, en staan aan de voet van een veertig meter lange spleet. ‘Hebben al die ongelukken mentaal niet het een en ander aangericht?’ vraag ik hem voordat hij zijn vuisten en voeten in de spleet wurmt. ‘Nee. Eigenlijk niet.’ Met de souplesse van een twaalfjarige, of een zestigjarige die zich regelmatig thuis voelt in 8b’s, klimt hij de spleet omhoog en land vijf minuten later onaangedaan terug op de grond. ‘En jij?’ vraagt hij. ‘Hoe gaat het met jou en het ongeluk van vorig jaar?’ Ik kijk verbaasd op, want hij is de …