Maandagochtend zaten we met 106 bloednerveuze kandidaten in het amfitheater van de ENSA. Ze gaven ons hesjes met een rugnummer en uitleg over het eerste examen van de week: Oriëntatie.
Die avond zaten we er nog maar met 71. De balises die we moesten vinden hadden in nestjes dicht bij elkaar gelegen en veel kandidaten hadden zich vergist.
De volgende dag reisden alle 71 af naar Ablon, een prachtig klimgebied richting Annecy waar onze harten een voor een explodeerden van zenuwen. Met trillende armen en benen klommen we onze examenroutes, soms klonk er een schreeuw van een vallende ziel. De gevallen zielen stonden die avond niet op de lijst.
Woensdagochtend renden 49 kandidaten door de granieten blokken van Plein Joux. Op bergschoenen klommen we gemene plaatroutes en eventjes dacht ik zelf weg te glijden, maar nee, ’s avonds hing mijn naam nog steeds in de hal van de ENSA.
En toen was ik moe. Met de overgebleven horde liepen we donderdag naar Glacier du Tour om de juryleden onze kunsten in het ijs te tonen. Bang waren we allen dat een pickel los zou schieten, een stijgijzer weg zou glijden. Er waren drie technische parcours en één steile beklimming met ijsbijlen, zo steil, zo lang, en zo moe was ik dat ik halverwege losliet en met een boog naar beneden vloog.
Toch stond nummer 47 die avond op de lijst. Mijn gemiddelde cijfer was hoog genoeg geweest.
Nu resteerde alleen nog dat vreemde ski-examen dat eigenlijk afgelopen winter plaats had moeten vinden.
41 kandidaten skieden vrijdagochtend omhoog over een verrot sneeuwveld bij Grand Montet. Het was zo mistig dat we allemaal bang waren om de weg kwijt te raken of op volle snelheid over de jury heen te skiën. En ik, ik was te moe. Na de CRET, na alle examens en de ongezonde hoeveelheid stress waren mijn ogen rood en mijn benen lam. Dat ik bochten kon maken met datzelfde paar benen, met een zware tas op mijn rug zonder een hand voor ogen te zien en in één stuk beneden kon komen was voor mijzelf een wonder.
Maar het was niet genoeg om die avond op de lijst te staan. Slechts 22 kandidaten overleefden.
En toen was iedereen boos.
Want het sloeg nergens op, dat examen, vonden ze. Skiërs die voorgaande jaren hoge cijfers hadden gehaald waren dit jaar beoordeeld alsof ze in pizzapunt naar beneden waren geduikeld. Onenigheid was overal, zelfs binnen de jury zelf. Ik heb nog nooit zoveel volwassen mannen zien huilen en ikzelf was ook niet blij.
Want skiën was niet het onderdeel waarop ik af had moeten vallen. Skiën was mìjn onderdeel geworden. Ik had er jaren voor getraind en ik voelde me goed. Die ochtend had ik misschien geskied als een idioot, maar ik was geen idiote skiër meer. De omstandigheden waren simpelweg te slecht geweest.
En toen deed de ENSA iets verbazingwekkend. Ze zeiden: Tsjah, het was misschien toch niet zo’n representatief examen geweest.
Om het goed te maken hebben ze ons gezegd dat we het zomerdeel van de examens mogen behouden en alleen komende winter nog het ski-examen hoeven te doen.
Voor mij is dat OK. Ik was niet van plan dit jaar de opleiding in te gaan en als ik ervan overtuigd ben dat ik inmiddels goed kan skiën, dat moet ik dat komende winter maar laten zien.
En dus is het tijd voor een klein feestje voor nummer 47. Want ik heb de zomerexamens gehaald en kan met een ijsje op een plastic krokodil in een zwembad gaan liggen, tot de eerste sneeuwvlokken vallen, want dan moet ik nog eventjes aan de bak.
Welverdiend, dat ijsje, èn de krokodil. Knap, hoor.
Hoera! Dikke pluim!
Geweldig Ruub, je bent een kanjer en een enorme doorzetter. Bravo!!
Yes yes yes yes super Rubyyyy!
Een skimonster ben je!
ENSA =
Effe
Nog
Ski
Afdalen
De beste schrijfster, de liefste klimster en ook nog een kanjer die met Hollandse voeten in staat is om deze prestatie te leveren. Ruby je bent prachtmens en een topper! (En misschien wil je dat zelf ook een klein beetje gaan geloven …)
Grand compliment
x