All posts filed under: Speciaal

‘Mittenwald’ door Jaap de Witte

Mittenwald, 1 augustus 2020. Het is één van die paradoxale, bevreemdende dagen. De temperatuur tikt net de 32 graden aan, de lucht is strakblauw met één bijdehand, voorbijdrijvend schapenwolkje en in de verte hoor je het zachte getik en gekletter van wandelstokken in de hoofdstraat. Het Karwendelgebergte torent, vastgeketend in de tijd, boven het Beierse bergdorp uit. Geraniums hangen in bonte kleuren over balkons en Maria’s waken trouw over straathoeken. Er is niets aan de hand. De toeristen zijn toeristen, de bewoners zijn de bewoners en Bertha nr. 36 staat in de dorpsweide, waar ze al vijf jaar staat – zo blij als een ei. Alles is zoals het was en zoals het is. Maar het is niet zoals het is. In Mittenwald hangt de sfeer van een groot geheim. Een verstikkend, duister geheim, waar niemand het over heeft. Een omertà dat ieders leven beheerst. Soms prikt dat geheim door alle sereniteit. Dan beukt het geheim met alle macht door het zomergevoel en slaat het de zomerdroom aan gort. Je grijpt in je broekzak om …

Vandaag

Soms ben ik nieuwsgierig. Naar die plek waar jullie twee jaar geleden heen vertrokken zijn. Of jullie nog samen zijn. Of er daarboven toch iets veranderd is, de lucht, de sneeuw, het gesteente. Thibault gaat er vandaag heen. Hij komt even hoi zeggen en dichtbij zijn, zal met twee vrienden iets aan de bovenkant van het couloir leggen. Dat kan beter op de 27ste van februari dan op de andere dagen van het jaar. Ik snap dat wel. Ik ben ook dichtbij, want vandaag mag alles. Jullie dood mag het allerergst zijn. Ik sta mezelf toe erover na te denken hoe jullie levens er inmiddels uit hadden gezien. De liefdes, huizen, baby’s misschien. Ik geef mezelf toegang tot de dag zelf, de voorbereiding, de tocht, die snelle lunch onderaan het couloir. Alles wat jullie deden, zeiden, zagen. Ik laat mezelf het verdriet van jullie families voelen. Jullie afwezigheid. Keer op keer op keer. En toch mag ik ook juist vandaag weer even jullie aanwezigheid voelen. Vandaag mag namelijk alles, ik mag zelfs aan jullie schrijven. …

Glimlach

Aan tafel met de ouders en grootouders van Thibault, Fieke aan mijn zijde en stapels lege oester- en slakkenhuizen op mijn bord, glimlachte ik van oor tot oor. Zonder het kerstcadeau dat krap een dag ervoor mijn mond in was geschroefd, had ik dat niet gedaan. Gedurende het acht uur lange kerstmaal hield ik mijn brede lach nog steeds, af en toe, onbedoeld in. Gewoonte. Zelfs onder invloed van champagne, wijn en cognac betrapte ik mezelf erop en gaf mijn mondhoeken toch nog vrij spel. Dan besefte ik hoé groot het cadeau precies was geweest. Nog groter zelfs dan alleen het verdwijnen van het gat in mijn mond. Toen ik 23 december na de laatste behandeling bij de tandarts in de spiegel keek, zag ik tranen in mijn ogen. Dat was deels vanwege de liefde die om de hele operatie hing, het gevoel er niet alleen voor te staan, en deels omdat het een best wel uitdagende en soms ook wel moeilijke periode een beetje kon afsluiten. Inmiddels laten de Fransen alle oesters en slakken …

Vakkenvuller

Het is half vijf’s ochtends wanneer ik het balkon opstap, zo donker dat ik tegen een paar ski’s oploop. De maan verlicht niets, de straatlantarens staan uit. Voorzichtig stap ik over de harde sneeuw van onze dorpspaden, langs de kerk, de verlaten bakker, de gesloten bar. Ergens daarachter staat mijn auto. Bij het opentrekken van het portier weet ik pas zeker dat het de mijne is, omdat een tiental enorme gedroogde zonnebloemstelen nog steeds op de achterbank wacht om weggegooid te worden en oplicht in het vage schijnsel van mijn telefoon. De dodekattenkippenweg leg ik in mijn eentje af, de enige wakkere ziel onder een sterrenhemel. Briançon staat pas over een uur of drie op.  Ik moet denken aan die keer dat ik met Thomas de markt in Gap deed en we om zes uur ’s ochtends langs Guillestre reden. Vlak voor het opkomen van de zon liepen toen twee paarden over de rotonde naast het dorp. Zij namen rechtsaf, wij rechtdoor. Vroege ochtenden hebben iets dat andere dagdelen niet hebben; alsof er dingen gebeuren …

Negenentwintig

Gisteren heb ik een aantal hele mooie cadeaus gekregen, waaronder een vierkant schaap en een laag sneeuw van 40 centimeter diep. Maar het allermooiste cadeau is, zoals bij elke verjaardag, de verjaardagliefde die ik heb mogen ontvangen (dankje, Kim, voor het woord). De belletjes, berichtjes, kaarten en vooral die gekke Fieke die me wekt voor een enorme Red Velvet taart en me vervolgens verkleed de sneeuw in stuurt. Ik wist het niet van tevoren, maar skiën in bloemenrok was de enige juiste manier om 29 te worden. Nog steeds in de roes van vers gevallen sneeuw, een ongezonde hoeveelheid suiker en abnormale dosis aandacht, voel ik me vooral dankbaar; voor het feit dat ik ouder mag worden en boven alles, dat ik ouder mag worden mét Fieke aan mijn zijde.

Breien

In het centrum van Briançon kun je sinds een paar dagen weer bollen wol kopen. Omdat Macron pas elf december beslist over de opening van de skistations en de hellingen daarbij nog altijd groen zien als gras– ik heb sneeuw voor mijn verjaardag gevraagd – loop ik tussen de hoge schappen door op zoek naar mooie kleuren voor mijn nieuwe tijdsbesteding : Breien. Je zou je kunnen afvragen waar die nieuwe tijdbesteding vandaan komt. Het antwoord is simpel: Nederland. Mijn moeder had een tasje met breinaalden en bolletjes wol meegenomen. Sindsdien ligt het huis vol vierkante oefenlapjes met patronen die soms nog niet helemaal te onderscheiden zijn van breifoutjes (opeenvolgingen van breifoutjes, zou je ook wel kunnen zeggen). Nu, die wolwinkel is best wel interessant: het licht is er gedimd, de eigenaresse komt altijd direct uit een onverwachte hoek tevoorschijn, haar man verschijnt stilletjes iets later. Rechts van de ingang staat een donkerhouten bar die zich door de hele ruimte uitstrekt, daarop een ouderwetse kassa, een 19 jaar oude kat en een reeks aan siropen (aardbeisiroop, …

Gastblog Moeder woont in La Vachette I.

Ja de moeder is weer aan boord in La Vachette en niet bepaald voor even. Ze heeft voor twee maanden beslag weten te leggen op het appartement onder dat van Ruby. Echt een wonder. Dat het later een minder groot wonder bleek, dan ik met Nederlandse naïviteit dacht, deed aan het buitenkansgehalte niets af. Het is deze laagseizoen-maanden gewoon nog lekker weer in Spanje, dat lokt inwoners uit het dorp weg. En trekt dus een ander soort inwoners aan. Pensionado’s bijvoorbeeld. Hoewel meervoud zwaar overdreven is. Het gaat in dit geval om Nederlandse pensionado’s met een kind in la Vachette en voor zover ik kan nagaan is dat er maar één. Met bovenstaande is het dus al geïntroduceerd, het pensioen.  Zo’n onschuldig klinkend woordje, maar ondertussen gooit het levens overhoop, in ieder geval het mijne.Ik ga het er verder ook niet over hebben, want dat varkentje heb ik straks thuis nog te wassen. Alleen nog even dit, het ging zo.Ik zat dus thuis op de bank enorm met pensioen te zijn en had dringend behoefte aan …