All posts filed under: Meditatieblogs

Rommelig

Meditatie kan je niet echt goed of slecht doen. Via zo’n oordeel stap je in de denkmachine en dus uit het moment. Uit je meditatie. Toch kan ik het heel slecht doen. Dan denk ik bijvoorbeeld herhaaldelijk aan hoe slecht het gaat, ga langdurig mee met elke gedachtereeks die zich aandient en kijk bij driekwart van de voorgenomen tijd op mijn klok hoe lang ik nog moet. Maar het kan ook goed gaan. Altijd maar eventjes, alles dat zo heel kalm de revue passeert, gedachten als wolkjes ver weg, gevoelens licht als veertjes, geluiden als briesjes door een open veld.Zo’n moment verknal ik vervolgens door in het wolkje van ‘nu gaat het goed!’ te klimmen en ermee af te dwalen naar verre gedachtenlanden waarin ik ook wel veertig (in plaats van twintig) minuten zou kunnen mediteren en eigenlijk ook in de bergen zou moeten mediteren en hier vooral een blog over zou moeten schrijven. Maar goed, ze zeggen dan ook weer dat meditatie precies het moment is waarop je weer bewust raakt van het feit …

Nestelen

Mijn eerste keer mediteren deed ik samen met mijn ex-vriendje, die ene die vier uur lang stil kon zitten en zich niet liet afleiden door een vlieg op zijn neus. Ik voelde me clownesk, weet ik nog goed, zo met gekruiste benen en gesloten ogen. Alsof ik een parodie op mediterende mensen deed. Het heeft lang geduurd voordat ik me op mijn gemak voelde in de meditatiepositie. Nog veel langer deed ik erover om een houding te vinden die me relatief goed afging. Ik kreeg namelijk steevast na vijf minuten pijn in mijn rug en kon me moeilijk nog op iets anders concentreren dan die pijn zelf. In de hoek van mijn kamer ligt tegenwoordig een soort dik matje (het best te vergelijken met een kussen voor de hond) met daarop een ‘zafu’, een meditatiekussen dat wat harder en hoger is dan andere kussens, waardoor ik geen zes kussens meer hoef op te stapelen om daar heel kunstig in juiste positie bovenop te belanden. ‘De juiste positie’ laat ik omschrijven door Gunaratana (ja ja, daar …

Op naar het volgende hoofd

Opschrijven dat mediteren voor mij extreem moeilijk blijft, is ver van het beeld dat ik ervan zou willen schetsen. Ik vind het persoonlijk zo moeilijk dat ik zelfs tijdens het mediteren vaak de gedachte langs zie vliegen dat het nooit ergens toe zal leiden (dikgedrukt in discolicht). Het vinden van de juiste houding heeft me het gros van mijn sessies gekost – waar ik in de volgende meditatieblog iets meer over zal schrijven – en de rest van de meditaties geeft me steevast een oefening concentratie van jewelste.

Flitsend jasje

Er gebeurden afgelopen maand twee merkwaardige dingen op mijn site: Mijn moeder schreef toevallig de 500ste blog, en de link naar mijn site werd onder een artikel in de Hoogtelijn geplaatst, waardoor mijn statistieken zich plotseling erg goed voelden.   Wat me echter opviel, was dat het gros van al die nieuwe, hoogstwaarschijnlijk eenmalige bezoekers vooral naar de ‘over mij’ pagina gingen, waarin ik veel over een zekere draak schrijf die hier in La Vachette op zolder zou zitten. Ze klikten eveneens massaal op mijn inmiddels flink verjaarde fotopagina waarin mijn ex nog steeds de hoofdrol speelt. Mijn blogs gaven ze echter nauwelijks aandacht. Weinig van die 500 verhalen waar ik afgelopen zeven jaar toch wel veel liefde in heb gestopt leek hun het klikken waard. En daar werd ik natuurlijk een beetje verdrietig van, om vervolgens vast te stellen dat mijn site misschien een nieuw jasje nodig heeft, waarin mijn blogs wat meer (verleidelijk) in het oog springen (een sexy jasje dus). En dat is niet de enige reden waarom ik komende week met …

Professioneel Zeedier

Toen het leven opeens even moeilijk werd, op 27 februari 2019, doordat Céline en Elise ervandoor gingen en ik grip moest krijgen op de dood, stond er plotseling een pakketje bij de post. Het verborg een grote, lichtroze knuffeloctopus. De acht tentakels van het beest representeerden de armen van mijn moeder, vader, broer en zus, want die zaten in Nederland en gaven me zodoende een knuffel die nog altijd voortduurt, want het zeedier wijkt ’s nachts niet van mijn zijde. Een week daarna kwam mijn Zwitserse vriendinnetje Kim bij me op bezoek met onder andere een doos aquarelpotloden. Alles wat ik in de maanden die volgden niet via woorden kon uitdrukken of oplossen, kwam terecht in tekeningen die ik nooit verwacht had te maken. Tekenen deed ik al een tijd niet meer en had ik überhaupt nooit als methode gebruikt om helderheid in mijn hoofd te krijgen. Maar het bleek nogal krachtig. Als ik terugkijk naar die periode en de tekeningen weer voor de geest haal, weet ik hoezeer die hebben bijgedragen aan het grote …

Dat kleine beetje ruimte

Het is moeilijk, mijn gedachten beheersen. Moeilijk op het matje, gedurende twee minuten, of tien, of dertig. Moeilijk misschien niet af en toe in het dagelijks leven, voor even, voor het moment, maar wanneer een ander moment volgt is het alweer verdwenen. Moeilijk is het wanneer de gedachten negatief zijn, of emotioneel geladen, wanneer beheersing nodig is, en ook wanneer ik moe ben. Of wanneer mijn hart eventjes niet geloofd, of erger, wanneer het mijn gedachten geloofd. Moeilijk, moeilijk, moeilijk, en toch heb ik hoop. Want sinds mijn begin als afgeleide zen beoefenaar ben ik rustiger. Er is een kleine afstand ontstaan tussen mij en mijn gedachten, en zodoende mijn oordelen, impulsen, automatismen, emoties, alsof ik ze zie aankomen en zie vestigen in mijn hoofd en lichaam. Zelfs al komen ze met commotie of dwang, repeterend, zelfverzekerd, er is steeds vaker dat kleine beetje ruimte om ze belachelijk te maken, om het simpelweg niet met ze eens te zijn, om ze aan te vechten of, idealiter, te laten gaan. Niet altijd met succes, maar de …

Vegen en dweilen

Het verhaal ging, als ik het me enigszins goed herinner, ongeveer zo: Een man vroeg zijn meester (of was het God?) om verlichting en deze zei: Ga vanaf nu elke dag de vloeren van dit gebouw vegen en dweilen en dan vind je verlichting. De verteller sprak toen we net waren opgestegen naar de Aiguille du Midi, en daarom beeld ik me nu het liftstation in, een groot, stenen gebouw op de top van een 3600 meter hoge berg. Zonder te weten waar of wanneer hij dan precies verlichting zou vinden, veegde en dweilde de man, en dit was niet zomaar een man, hij was bescheiden, geduldig en vol vertrouwen, zodat hij bleef vegen en dweilen, met overgave en concentratie, week na week, maand na maand, jaar na jaar. En toen vond hij verlichting. Zo ongeveer honderd keer per dag denk ik aan hem. Het voelt alsof hij, onzichtbaar, het restaurant aan het vegen en dweilen is, terwijl ik glas na glas na glas in de vaatwasser stop. En dan denk ik en voel ik: …

Millie Meditatie

Het huis is stil tot acht in de ochtend. Het enige geluid komt van buiten, door het open raam. Vogeltjes die zachtjes muziek maken. Dan is er een periode van relatieve rust: Een viertal huisgenoten die om de beurt hun slaap onderbreken om over de krakende vloeren te lopen, hun piepende deuren te openen en heen en weer naar het toilet te sloffen. Rond elven wordt er ergens in een slaapkamer Drum and Bass opgezet en is de dag officieel begonnen. Als ik wil mediteren, dan is de vroege morgen mijn gouden tijdperk. De morgen met de vogeltjes. Ik ben er nog niet zo goed in. Vandaag word ik afgeleid door een scherpe wietlucht die schijnbaar door mijn open deur de slaapkamer instroomt. Het is negen uur; ik ben te laat begonnen. Millie springt van het bed van een huisgenoot en springt dan op het mijne. Ze likt mijn handen die rusten op mijn knieën. Ik hoor getik van ongeduldige kleine hondennagels op de gang; dat is Cookie. De geur van mannendeodorant volgt. Dan schrijf …

Stil op een matje

Ik kan me het moment nog precies herinneren dat ik me voor het eerst bewust werd van mijn eigen denken. Mijn moeder en ik fietsten over de Wagenweg, weg van Haarlem, en ik was een jaar of tien. Fanatiek dagboekschrijver. En opeens, daar, tussen het trottoir en mijn moeder in, op een snelheid van zo’n vijf kilometer per uur, realiseerde ik me dat ik aan het denken was. Dat denken een soort activiteit was, in plaats van iets dat maar gewoon gebeurde. Ik kroop als het ware voor het eerst in mijn eigen hoofd en kan me eigenlijk niet meer herinneren of ik mijn ontdekking meteen naar mijn moeder heb gecommuniceerd of er pas later, in mijn dagboek, met verbazing over heb gesproken. Hoe dan ook, het was een merkwaardig moment. Sindsdien was ik dus een denker. Een uitpluizer van mijn gedachten. Mijn brein werd de leverancier van het geheime gereedschap dat me hielp om met het leven om te gaan (oh die puberjaren). Ik schreef alles uit, was er van overtuigd dat er geen …