
Mijn eerste keer mediteren deed ik samen met mijn ex-vriendje, die ene die vier uur lang stil kon zitten en zich niet liet afleiden door een vlieg op zijn neus. Ik voelde me clownesk, weet ik nog goed, zo met gekruiste benen en gesloten ogen. Alsof ik een parodie op mediterende mensen deed.
Het heeft lang geduurd voordat ik me op mijn gemak voelde in de meditatiepositie. Nog veel langer deed ik erover om een houding te vinden die me relatief goed afging. Ik kreeg namelijk steevast na vijf minuten pijn in mijn rug en kon me moeilijk nog op iets anders concentreren dan die pijn zelf.
In de hoek van mijn kamer ligt tegenwoordig een soort dik matje (het best te vergelijken met een kussen voor de hond) met daarop een ‘zafu’, een meditatiekussen dat wat harder en hoger is dan andere kussens, waardoor ik geen zes kussens meer hoef op te stapelen om daar heel kunstig in juiste positie bovenop te belanden.
‘De juiste positie’ laat ik omschrijven door Gunaratana (ja ja, daar is hij weer):
“The most essential thing is to sit with your back straight. The spine should be erect with the spinal vertebrae held like a stack of coins, one on top of the other. Your head should be in line with the rest of the spine. All of this is done in a relaxed manner. No stiffness. You are not a wooden soldier, and there is no drill sergeant. There should be no muscular tension involved in keeping the back straight. Sit light and easy. The spine should be like a firm young tree growing out of soft ground. The rest of the body just hangs from it in a loose, relaxed manner. This is going to require a bit of experimentation on your part.” Mindfulness in Plain English, Bhante Gunaratana, pagina 57.
Na een hoop experimenteren weet ik inmiddels dat ik de spieren bovenin mijn rug onbewust aanspan om in rechte positie te blijven. Zodra ik echter mijn bekken genoeg naar voren kantel door maar voldoende kussen onder mijn billen te proppen en mijn buikspieren licht aan te spannen, kan ik mijn bovenrug ontspannen en mijn ruggengraat toch recht houden (kortom: mijn schouders en armen die hangen aan de jonge boom die uit de zachte grond piept). Als ik echter niet oplet speelt mijn rugpijn direct op. Het is nogal subtiel: een kleine inzakking leidt direct tot spanning bovenin mijn rug.
Voor elke sessie neem ik een paar minuten om te nestelen (een beetje zoals Tigrou die een drietal rondjes draait voordat hij plaatsneemt). Tijdens mijn meditatie blijf ik daarna in de gaten houden wat er zoal met mijn positie gebeurt en corrigeer ik mezelf constant. Het goede nieuws is dat ik telkens iets minder tijd aan mijn houding hoef te besteden en steeds meer aandacht overhoud voor andere dingen die me dwars zitten, zoals mijn gedachten (hehe).
Wat ik vooral in deze blog wil benadrukken is niet de intensiteit noch de lengte of kleur van mijn almachtige rugpijn of mijn spectaculaire oplossing daarvoor, maar simpelweg het gegeven dat er oplossingen zijn. Dat een duurzame meditatiehouding, op de stoel of een stel kussens, eventueel om tijd, aandacht en een constante reeks aanpassingen vraagt (nestelen), maar dat het goed kan komen. Met een hoop geduld, maar het kan goedkomen. Voor een dergelijke getuigenis had ik afgelopen drie jaar een moord gedaan.
(De Zafu was een cadeautje voor mijn 29ste verjaardag en handgemaakt, met een berichtje van de maker zelf. Is dus mijn allerlievelingskussen).