Blogs, Meditatieblogs
Comment 1

Millie Meditatie

Het huis is stil tot acht in de ochtend. Het enige geluid komt van buiten, door het open raam. Vogeltjes die zachtjes muziek maken.

Dan is er een periode van relatieve rust: Een viertal huisgenoten die om de beurt hun slaap onderbreken om over de krakende vloeren te lopen, hun piepende deuren te openen en heen en weer naar het toilet te sloffen.

Rond elven wordt er ergens in een slaapkamer Drum and Bass opgezet en is de dag officieel begonnen.

Als ik wil mediteren, dan is de vroege morgen mijn gouden tijdperk. De morgen met de vogeltjes.

Ik ben er nog niet zo goed in. Vandaag word ik afgeleid door een scherpe wietlucht die schijnbaar door mijn open deur de slaapkamer instroomt. Het is negen uur; ik ben te laat begonnen. Millie springt van het bed van een huisgenoot en springt dan op het mijne. Ze likt mijn handen die rusten op mijn knieën. Ik hoor getik van ongeduldige kleine hondennagels op de gang; dat is Cookie. De geur van mannendeodorant volgt. Dan schrijf ik dit verhaal, in mijn meditatie. Ik probeer het niet te doen, maar ik ben lang nog niet geoefend genoeg om inspiratie uit te stellen tot na de meditatie.

Ik denk aan de krakende vloeren van het huis. En dan weer niet. Ik denk aan mijn drugsverslaafde huisgenoten. En dan weer niet. Ik denk aan Millie’s tong. En dan weer niet. Ik denk aan de minieme progressie in mijn mediteren. En dan weer niet.

De praktijk van het mediteren – zitten met gekruiste benen, ogen dicht, concentreren op de ademhaling, niet denken, niet wachten op het alarm – is voor mij nog steeds erg moeilijk. Zelfs in absolute stilte is de afleiding groot. In dit stadium maakt het eigenlijk nog niet zoveel uit of een likkende hond of een willekeurige gedachte me afleidt. Beiden eisen evenveel aandacht op.

Maar het leuke of interessante (voor mijzelf) is dit: Wanneer ik mijn benen strek, is de oefening nog lang niet over. Gedurende de dag, op willekeurige momenten, word ik me bewust van mijn denken, van al die onzinnige maar invloedrijke gedachten die zich in mijn hoofd aandienen, en dan lukt het me om, al is het maar voor een ademhaling of drie, ze te laten gaan.

En wat ik me dwars door mijn gebrekkige capaciteit tot meditatie realiseer, is hoe groot het potentieel van dit alles is. Want alleen al de bewustwording van de stroom aan gedachten werkt bevrijdend. Het creëert talloze kleine keuzemomenten – is dit het denken waard of niet – waardoor ik me steeds minder hoef te laten leiden door mijn eigen brein. Zelfs in dit stadium van amateurboeddhisme bespaar ik daar al aandacht, energie en emoties mee.

Het is overigens waanzin dat je dit niet leert op school.

Millie, Cookie en mijn huisgenoten zijn allen grappige wezens die ik daarom niet zou willen ruilen voor normale mensen. Meditatie is nu eenmaal moeilijk, en als ik slim ben, sta ik gewoon nog een uurtje vroeger op.

Na het seizoen zal ik een tiendaagse Vipassana cursus volgen, urenlang met gekruiste benen en gesloten ogen in een uithoek in Frankrijk, en de kans dat een wietlucht of een opgewonden Millie het tot in de meditatieruimte brengen acht ik erg klein. Officieel mogen mijn gedachten niet eens mee naar binnen, maar ik geloof dat ik de hulp van een zenmeester nodig heb om dat te voorkomen.

1 Comment

  1. Els says

    Als je je gedachtes maar wel blijft delen Ruub! Heerlijk hoe jij over jezelf en je gedachtes schrijft. Ik geniet van elk verhaal.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s