Het verhaal ging, als ik het me enigszins goed herinner, ongeveer zo: Een man vroeg zijn meester (of was het God?) om verlichting en deze zei: Ga vanaf nu elke dag de vloeren van dit gebouw vegen en dweilen en dan vind je verlichting. De verteller sprak toen we net waren opgestegen naar de Aiguille du Midi, en daarom beeld ik me nu het liftstation in, een groot, stenen gebouw op de top van een 3600 meter hoge berg.
Zonder te weten waar of wanneer hij dan precies verlichting zou vinden, veegde en dweilde de man, en dit was niet zomaar een man, hij was bescheiden, geduldig en vol vertrouwen, zodat hij bleef vegen en dweilen, met overgave en concentratie, week na week, maand na maand, jaar na jaar.
En toen vond hij verlichting.
Zo ongeveer honderd keer per dag denk ik aan hem. Het voelt alsof hij, onzichtbaar, het restaurant aan het vegen en dweilen is, terwijl ik glas na glas na glas in de vaatwasser stop. En dan denk ik en voel ik: Wat hij kan, kan ik ook. Of laat ik het zo zeggen: Ik kan met overgave en concentratie glazen in de vaatwasser stoppen, ik zou het kunnen, ik probeer het. Alhoewel ik 80% van de tijd onbewust geleid wordt door onzinnige gedachten en een klein beetje frustratie, en 17% van de tijd bewust, is er drie procent waarin ik alleen maar, en vol overgave, doe wat ik aan het doen ben. Een kwartier.
En dit kwartier maakt mijn dagen in de afwas toch een succes.
Sterkte, succes, je kunt het, je bent op de helft, aftellen, vanaf volgende week alleen nog maar een weg omhoog!!!!!!