Als we hadden geweten dat het de laatste dag zou zijn
Ik kan er nog heen, die ochtend. Vanaf het moment dat ik wakker werd, het ontbijt, de voorbereiding, de conversaties en gezichten, ik herinner me alles nog. Niet even scherp of chronologisch, maar het voelt recent en dichtbij, zo dichtbij dat ik bijna terug in het lijf van mijn herinnering kan kruipen.
We wisten het niet.
In een wereld waar we niet bang voor de dood zouden zijn geweest, had ik het graag geweten.
Dan was ik die morgen voor een laatste keer met jullie het leven in gedoken en zouden we ons compleet hebben verloren in de verdomde onbegrijpelijke magie, de mooie willekeurige waanzinnige bullshit van ons bestaan, want niets had toch meer uitgemaakt. Dan had ik het onderscheid tussen onze fysieke wezens willen opheffen, gevlogen als vogels, vijf zielen die als één lot een lange, betoverde morgen door de bergen zouden dwalen, langs de witte gletsjers, de warme lucht, de rotsen die ons niets zouden kunnen maken.
Maar de dood is eng. En we hadden het niet kunnen weten. De ochtend was alledaags en we leefden ons kalm richting het einde, gedrogeerd door de normaliteit van het leven.
Gelukkig waren we gelukkig.