Ik heb een aantal blogs geschreven over ‘hoe het momenteel met me gaat’ of ‘mijn leven in huidige staat’ en ze allemaal vrij snel weer weggegooid. Het lukt niet om er een coherent verhaal van te maken. Het irritante is dat ik ondertussen ook niet over andere dingen kan schrijven, alsof ‘dat ene verhaal over mijzelf’ de schrijfmachine blokkeert; een flinke kiezel in een anders vrolijk ratelend mechanisme.
Dit verhaal is weer zo’n poging.
Ik geloof dat ik me niet in de meest fabuleuze gemoedstoestand van mijn leven bevind, maar ben me bewust van mijn privileges, mijn fysieke en mentale gezondheid, de kwaliteit van mijn (fysieke, economische, sociale etc.) omgeving en zo voort, waarvan niets mijn verdienste is en al het andere puur geluk. Mijn huidige problematiek (‘uitdaging’, moet ik natuurlijk zeggen) komt voort uit keuzes die ik zelf heb gemaakt en ik ben zodoende allesbehalve zielig. Ik kook gaar in mijn eigen sop, zal ik maar zeggen, maar wil het toch een keer over die sop hebben in de hoop dat ’t schrijven hierna weer gemakkelijker gaat. Wie weet zwemt er onverwacht een leuke badeend in rond.
Dus, mijn sop.
Ik ben dertig jaar oud en kan professioneel gezien voorlopig alleen in een bar terecht, heb geen rode cent en ben door het stoppen van het berggidstraject mijn grote droom en directie in het leven verloren. Ik probeer terug te krabbelen door een sportklimopleiding binnen te komen en heb daar inmiddels hard voor getraind, maar ben in vijf maanden tijd twee keer afgewezen om redenen die weinig met mijn klimmen te maken hebben. Mijn ingezonden manuscripten zijn afgewezen. Ik ben gedesillusioneerd, heb weinig vertrouwen meer in mijn eigen kunnen en mijn veerkracht is op. Het ongeluk koekeloert constant om een hoekje, sleurt me systematisch mee in momenten van zwakte. Vanwege klimaatverandering wordt mijn blik op de wereld, de toekomst en de mensheid steeds zwarter. Geobsedeerd door mijn eigen poging om een professionele toekomst te verwerven die me aanstaat, doe ik ondertussen weinig om de koers richting een hete aardbol te stoppen. Ik draag nergens aan bij, niet aan de samenleving (op dat bier na), niet aan gelijkheid, niet aan het welzijn van anderen, weet ook eigenlijk niet of ik nog geloof in een goede afloop of de potentiële zinvolheid van mijn eigen bijdrage. En dan nog een willekeurige frustratie: ik wil al jaren kinderen maar krijg mezelf niet in de financiële positie om daaraan te beginnen (vanwege het achtervolgen van achteraf gebleken kansloze dromen) en weet überhaupt niet meer zeker of ik kinderen deze wereld wel aan mag doen. Bovendien heb ik het gevoel dat zo’n kind zou dienen als ‘oplossing voor mijn leven’ (misschien wil ik ze daarom zo graag, levensdoel gegarandeert) en dat wil ik niet.
Wat ik wel wil? Een droom. Weer dromen. Maar telkens wanneer flarden van een mooi toekomstscenario langskomen, denk ik meteen: dat lukt je toch niet, dat hebben we immers wel gemerkt. Ik durf niet eens meer, geloof niet dat ik nog meer falen of teleurstelling kan of wil verteren.
Voilà, mijn sop.
Het omschrijven ervan helpt me eigenlijk wel. Ik zie de negatieve bril waar vanachter ik schrijf haast rondom mijn computerscherm. Bij het nalezen heb ik zin om mijn situatie te relativeren, schaam me toch ook wel voor mijn zelfbeklag, maar telkens weer bedenken dat het allemaal veel erger kan zet me niet persé af op het juiste paadje. Mijn gevoel enigszins verloren te zijn beperkt zich bovendien niet alleen tot deze ene schrijfsessie. Ik heb ongetwijfeld tijd nodig, kleine positieve ervaringen die mijn eigenwaarde weer wat boosten en me vertrouwen geven in mijn capaciteit om wat moois van mijn leven te maken, vertrouwen in het leven zelf misschien ook. Ik twijfel er niet over dat ’t allemaal goed komt (maar kijk daar wel naar uit).
Nu hopen dat mijn schrijfmachine weer op gang komt.
Er zwemmen trouwens veel badeenden in mijn sop, hele mooie zelfs: Squeeze en Tigrou, mijn familie en mijn vrienden, mijn vriendje.
Published on November 21, 2022
Dag Ruby,
Het komt goed, weer daarvan wel overtuigd. Het lijkt nu eerder op een keerpunt waarvan je de nieuwe richting nog niet kent, maar op dat keerpunt ben je intussen wel al in beweging (je schrijven bijvoorbeeld). Het geeft niet dat je het even niet weet en er ook niets aan doet. Dat zijn de rustpunten op de grote weg van je leven.
Liefs,
Anne-Mie
Hoi lieve Ruub. Mooi en openhartig stuk weer. Ik denk dat je tot de kern van het menselijk bestaan bent gekomen: we gaan ergens voor en komen totaal ergens anders uit. Achteraf blijkt het waarschijnlijk toch het voor jou juiste pad te zijn geweest, met al haar unieke kronkels die onmisbare lessen en vrienden (zelfs vriendjes) opleverden. Ik twijfel er overigens niet aan dat jij terecht zult komen in een gezellig huis met man, kinderen, Squeeze en Tigrou. En veel goede boeken.
Ik moest eerder deze week aan je denken vanwege een boek, nog voordat ik dit stuk las. Ook wat zoekende naar mijn ‘rol’ in deze complexe wereld, voor zover die rol er voor mij überhaupt is, kwam ik uit bij het boek The Web of Meaning van Jeremy Lent. Hij legt uit hoe onze gedachten en doelen worden gevormd door onze (westerse) cultuur, wat dat betekent en welk deel van ons denken er daarmee wordt onderdrukt. Het is een combi van neuropsychologie en traditionele wijsheden. Antropologisch én persoonlijk inspirerend, vind ik. En ik dacht dat jij het ook interessant zou vinden. Misschien kun jij er ook iets uit halen.