Blogs
Leave a Comment

La Forteresse en dus: een tatoeage (of… later)


Fred met de gletsjerblauwe ogen heeft een nieuw gebiedje geopend, middenin Briançon. Als je van de oude brug springt (meter of vijftig in een poeltje helderblauw water van geen halve meter diep, zeer af te raden) en even opwaarts door de rivier waadt, sta je al snel aan de voet van de rots. Dat is gelukkig niet de officiële toegangsweg, er loopt netjes een pad naartoe. Waar dat pad precies begint houd ik echter nog even geheim, want blijkbaar wil Fred ’t gebiedje verstoppen voor het grote publiek (het wemelt er inmiddels van de locals).

Mijn 7b begint als een 6b over een plaat en loopt dan door naar een overhangende scheur die, bezien vanuit de juiste hoek, richting de hemel kruipt met precies de 300 jaar oude brug op de achtergrond. Omdat de route vooral om vingerkracht vraagt, en nauwelijks om techniek, tactiek of mentale reserve, was het uitklimmen ervan vooral een getuigenis van een (voor mij) goede fysieke vorm voor ’t begin van het seizoen.

Alhoewel het klimmen op zichzelf leuk was, ging mijn hart er na afloop niet veel sneller van kloppen. Daarvoor had er toch een flinke sexy draak op die brug moeten staan. Als ik eraan terugdenk, heb ik geen speciaal gevoel, geen fantastische herinnering, geen neiging om spontaan te gaan dansen.

Zo blijkt het niveau van een route in deze race naar 8a soms toch haast betekenisloos. Er moet achter ’t cijfer een mooie persoonlijke uitdaging naar boven lopen, anders beklijft ‘t niet.

Ik begin te vermoeden dat het streven naar een hoger klimniveau vooral leuk is als een soort enthousiaste richtingaanwijzer. Vanwege mijn 8a-doelstelling durf ik vaker routes in te stappen die ik anders te moeilijk voor mezelf zou achten, wat natuurlijk uitdagend en leerzaam is, maar in alle eerlijkheid… tussen 7a en 8a zitten komende jaren nog honderden, duizenden routes waar ik met veel plezier mijn scherpste tanden in zal kunnen zetten. En er zitten ook routes bij die… ach… een draak nodig hebben.

Niets aan dit alles is heel verbazingwekkend. Ik dacht misschien dat de prestatie op zichzelf genoeg lading zou geven om elke stap op ’t trappetje van waarderingen te vieren. Misschien ben ik minder prestatiegericht dan vroeger en begin ik klimmen op een andere manier te waarderen. Daarover schrijf ik graag nog eens (dit klinkt bijna zen, zo zen ben ik heus niet).

Maar als ik de prestatie even isoleer, dan kan ik daar twee dingen over zeggen: allereerst, mijn god, wat zijn de waarderingen soms toch willekeurig en subjectief. Wat bestaan er toch makkelijke 7a’s en verschrikkelijk moeilijke 6c’s. Een route die mij bovendien goed ligt (continue, randjes etc.) kan voor iemand anders een monsterlijk probleem vormen en vice versa. Gedurende dit project doe ik niet moeilijk over ‘cadeautjes’, neem ze zelfs met plezier aan, maar soms moet ik toch wel lachen om een prestatie waarvan ik weet dat de route in kwestie ergens anders een volle graad lager gewaardeerd zou zijn geweest.

Ten tweede, niet veel mensen in mijn omgeving meten iemands klimniveau aan zijn of haar maximale prestatie. Die zijn meer onder de indruk van on-sight, techniek, souplesse, ontspannenheid, mentale en fysieke kracht, oftewel: dat moment waarop die ene fameuze kennis al kwebbelend door jouw wanhopige project wandelt als op een zondagavond door het park.

Dat neemt niet weg dat ik heel trots zal zijn op mijn 8a, maar ik weet dat mijn sociale klimomgeving me vervolgens niet plotseling anders zal inschalen (die zullen hoogstens denken: wat leuk, ze heeft zich losgelaten op een 8a; zal vast niet de moeilijkste 8a uit de omgeving zijn geweest).

Het voordeel van beide constateringen is dat ik gedurende mijn uitdaging minder op de perikelen van mijn Ego hoef te letten dan voorheen gedacht. Die staat immers redelijk vaak buiten spel (alhoewel, ‘t Ego vindt altijd wel haar stille weggetje door een onzeker hart, ik zal een oogje in het zeil moeten blijven houden).

Wat betreft de tatoeage: alle beloningen die ik mezelf zou geven, werken voor geen meter. Ik heb er ’t geld niet voor, en over die leuke maar stomme bosjes bloemen heb ik al geschreven. De intrinsieke motivatie om beter te klimmen is bovendien zo sterk dat er geen beloning tegenover hoeft te staan (het weeïge gevoel na klimmen is genoeg). Maar ik ben tot nu toe dermate ontrouw aan mijn eigen voornemens op mijn blog geweest dat ik mezelf al die beloningen gewoon te goed hou.

Voor de vorm teken ik zo dadelijk wel even een enorme draak op mijn bovenarm (met viltstift).

This entry was posted in: Blogs

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s