Blogs
Comments 2

Dinosaurustand

Ik heb een duur probleem. Het is een klein probleem, nog geen vierkante centimeter groot, maar het is duur. Het is een probleem van 1600 euro.

Het probleem is niet alleen duur, maar ook ijdel. Het valt in de categorie van neuscorrecties, iPhone 11 en de aanschaf van een tweedelig Norrona-skipak voor een week op de pistes.

Het heet als volgt: Het Tandimplantaat.

Mijn benen zijn robuust en mijn schouders solide, maar mijn tanden hebben niets van die weerbaarheid meegekregen. Ze zijn zwak. Ik heb tevens een kleine (maar niet absurde) voorliefde voor zoet (chocola) en een diepe angst voor de tandarts, voor de pijnlijke maar vooral de financiële kant ervan. Toen een tweetal woedende tanden me na drie jaar uitstel toch naar de tandarts dwong, zei de beste man: ‘Uw mond verkeerd in slechte staat’.  Zo’n vijfentwintig afspraken volgden.

Ik heb enorm geluk gehad met het Franse zorgsysteem, dat niet-rijke mensen van een zorgverzekering voorziet die veel tandproblematiek vergoed. Als dat niet het geval was geweest, dan had ik mijn berggidsidee zeker een jaar lang aan de kant moeten schuiven om een hoop biertjes voor stamgasten te tappen.

Helaas was het voor mijn rechterboventand, tandartscode nummer 14, te laat; die hebben ze met wortel en al eruit moeten scheppen. Sinds een maand of zes leef ik dus met een gat in mijn gebit, een niet-te-vergoeden gat dat 1600 euro kost om te dichten, dat mensen niet direct opvalt maar zich niet laat verstoppen voor mijn eigen bewustzijn, een gat waarmee (uiteraard) te leven valt maar dat me toch dwarszit.

Waarom?

Gat nummer veertien is in conflict met het schoonheidsideaal. Soms doe ik mijn best op de presentatie van mijn hoofd, mascara op mijn wimpers en oorbellen en al, en dan prijkt dat gat in mijn mond als ik glimlach naar de spiegel. Hé piraat, zeg ik dan, waar is je schip. Dat gaat nog wel. Die kan ik aan.

Het probleem is vooral dat ik er goed van op de hoogte ben dat verwaarloosde of ontbrekende tanden armoedig overkomen. Zo beoordeel ik anderen zonder dat ik het wil en zo word ik zelf ongetwijfeld, zonder dat mensen het willen, beoordeeld.

Voor het ontstaan van mijn eigen tandproblematiek realiseerde ik me niet afdoende hoezeer zo’n rechte reeks tanden een luxeproduct is, een teken van welvaart. Alle kindertjes uit mijn klas hadden beugels van een godsvermogen, we woonden in Heemstede, het was normaal. Slechte tanden ontbraken integraal gedurende het eerste deel van mijn leven, want die waren rechtgezet, gebleekt of vervangen.

Sinds ik op eigen benen sta en die benen een financieel onstabiel pad hebben gekozen (probeer vooral geen berggids te worden) ben ik arm, van een vreemd soort armoede dat een skipas, ski’s en skiën kan veroorloven, maar geen auto of spontane avonden in de lokale bistro. Mijn prioriteiten liggen al jaren op een heel specifieke plek.

Het wringende is nu dat ik zou willen dat het gat in mijn mond me dan ook geen moer kon schelen, maar de waarheid is dat ik het implantaat er het liefst meteen eigenhandig in zou schroeven.

Kan ik het naar mezelf toe verantwoorden, een besteding van 1600 euro, om zo’n piepkleine etalage van mijn geringe welvaart te verbergen voor willekeurige voorbijgangers?

Nee. Mijn geld heeft zo’n honderd bestemmingen die voorgaan. Klim- en skimateriaal, opleiding, auto, studieschuld. Als ik op de afbetaling van die laatste moet wachten, dan heb ik over een jaar of twintig misschien mijn tand terug, tenzij ik kinderen voortbreng die beugels moeten. De neptand zal in welk scenario dan ook nooit de status van prioriteit verwerven.

Maar er zijn oplossingen.

Nummer één: Ik geef het implantaat niet de status van prioriteit, maar van cadeau, van superdeluxe top-cadeau, een cadeau dat ik mezelf mag geven nadat ik iemands leven heb gered of klimaatverandering significant heb doen afnemen. Dat geeft me niet persé de financiële middelen voor het implantaat, maar doet me mijn eigen twijfelachtige investering vergeven.

Nummer twee: Ik organiseer een benefietconcert voor mijn tand, ‘chant pour un dent’ of iets van die strekking. Het probleem daarvan is dat ik (nog) niet zo goed voor grote groepen durf te zingen en voor 1600 euro heb ik nogal een publiek nodig, met name in Briançon, waar ik slechts een van de velen met tandproblemen ben.

Nummer drie: Ik accepteer de realiteit. Ruby zonder tand 14 is niet minder waard dan Ruby met tand 14. Imuun word ik voor het deels ingebeelde oordeel van de buitenwereld. Als ze me als armoedig classificeren, dan zitten ze er niet ver naast, en hoor ik met trots bij hen die in gammele bakken rondrijden en liever niet naar hun bankrekening kijken. Het is een categorie vol met superleuke mensen. En het is, laat ik dat nooit vergeten, relatief, mijn armoede. Het feit dat ik überhaupt nadenk over die tand is extravagant en komt zonder twijfel voort uit de bevoorrechte start die ik heb gehad, daar in Heemstede. Mijn armoede was in zekere zin een keuze, en als ik de ballen heb gehad om die keuze te maken, dan moet ik ook de ballen hebben om te leven met de gevolgen ervan; plaatsten die me in een bepaalde categorie mens, dan moet ik mezelf daar niet stiekem van willen distanciëren.

Maar ik vraag me af of ik hier werkelijk toe in staat ben. Teleurstellend genoeg.

_DSC0119

 

 

This entry was posted in: Blogs

2 Comments

  1. Suzanne de Witte says

    Zoveel liefde voor dit stuk! Zullen we samen dan maar sparen, ik nieuwe ogen jij nieuwe tanden? 💚💚💚

  2. Optie 4: verzin een heldhaftig verhaal over het verlies van je tand. ‘Ruby op de piratenboot waar tand schipbreuk liep en zijn leven eindige in een zeemansgraf..’ voor de geloofwaardigheid van het verhaal kunnen we een litteken naast je mond maken.
    En vergeet niet, je bent mooi en nog altijd even mooi met zeemansgat!

Leave a comment