Dit is een blog aan jullie: De berichtjes-stuurders, de steunpillaarvriendinnen, de lieve onbekenden, de dappere lotgenoten, de onmisbare filosofen en mam en pap.
Ik schreef in mijn laatste blog dat ik behoefte had aan een sterke hand die me in de kraag zou grijpen en terug op mijn poten zou zetten, en ging daarmee razendsnel voorbij aan de honderd kleine handjes die me hebben opgevangen voordat ik met een klap op de bodem terecht zou zijn gekomen.
Dankzij jullie ben ik niet gebroken; ik ben nog heel.
Er zijn inmiddels ruim zes weken gepasseerd sinds het ongeluk. Ik heb nog nooit zoiets verschrikkelijks meegemaakt, maar ook nog nooit zoveel liefde gezien. Liefde voor de meisjes die er niet meer zijn, allereerst, voor alles. Maar ook liefde voor en tussen nabestaanden, betrokkenen, vreemden, en, tot mijn dankbaarheid, voor mij.
De steun die ik afgelopen weken heb ontvangen is nog steeds onmisbaar en neem ik de rest van mijn leven met me mee. Daarmee zal ik zelf een weg omhoog vinden en stel ik me tegelijkertijd gerust dat ook diegene die het diepst zijn geraakt, er bovenop komen. Mijn hart gaat, op mijn beurt, naar hun uit.
Honderd kleine handjes, aan jullie allemaal: Misschien beseffen jullie je niet hoezeer jullie mijn redder-in-nood zijn geweest, maar besef het jullie maar gewoon wél.
Jullie maken het verschil.
Zo, zo, zo erg bedankt.