Het ging ongeveer als volgt: Marcel en ik deden mogultraining op pistes die fanatiek voor ons waren voorbereid door honderden voorgangers (voor zij die Chamonix kennen: Grands Montets, La Herse). De heuvels waren minstens van heuphoogte en als een virus verspreid over elke begaanbare flank van Lognan. Je moet er even bij stilstaan hoe vreemd dat eigenlijk is. Hectares aan kleine heuvels in het ondergesneeuwde territorium van de mens, ik kan me voorstellen dat de Chamois zich afvraagt waar ons soort zich mee amuseert. Als je mij drie jaar geleden op zulk terrein had gedropt, de skiliften buiten zicht, dan had ik rondgekeken of er niet ergens een groep aliens rondliep.
Hoe dan ook, het was belangrijk dat we de afdaling over die heuvels onder de knie kregen. En ik ging eindelijk vooruit, wist mijn lijf stil te houden terwijl mijn benen zich lieten meevoeren door de sluizen van het maanlandschap. Nog een petit peu d’engagement en ik zou op niveau zitten.
Hoog in La Herse zagen we ons menssoort ploeteren door het terrein. Hé, kijk, die doet het goed! – zei ik tegen Marcel. Een fluorescerende adolescent vloeide tussen de heuvels door. Tjak, tjak, tjak, een ritme, tempo, ogenschijnlijk zo eenvoudig. Il s’engage! – riep Marcel uit. We volgden hem tot hij onverwacht onderuitging en drie heuvels verder gleed dan zijn ski’s. De jongen stond op en liep terug naar zijn ski’s, ongedeerd en lachend.
Oh, maar dat kan dus prima – dacht ik. Je kan prima vallen, ook tussen de moguls, zelfs als je vaart maakt. Engagement, Ruby! Kom op!
Als je veel skiet, dan kan je er min of meer op gaan zitten wachten. Ik was er op momenten zo bang voor dat ik hoopte dat een skisessie ten einde liep, met name als de dag feilloos leek, de zon had geschenen en alles net iets te perfect was geweest. Ik wist het meteen. Mijn gekrijs kwam maar deels voort uit de pijn in mijn zojuist verdraaide knieband. Zodra ik op de grond lag, tussen de heuvels in, wist ik dat ik de volgende was die met zo’n brace door Chamonix zou hinken, de volgende in de rij bij de fysio, de volgende die gestrekt op de bank verzuchtte dat het er nu eenmaal bij hoorde.
Met een tweedegraads knieblessure mag ik me nog bij de gelukkigen scharen, zij die er zonder operatie en lange revalidatie vanaf komen. Gisteren kreeg ik groen licht voor een praktisch vlakke beklimming naar de top van een skilift, op skins met couteaux zonder kickturns. Dat is niet precies wat ik in gedachten had voor dit stadium van het seizoen, maar het feit dat ik weer met mijn ski’s in de weer mag maakt me erg gelukkig.
Ik vraag me af of de scheur in mijn knieband het gevolg is van mijn engagement in de moguls of simpelweg in het verlengde ligt van het zoveelste skiseizoen waar ik ongedeerd uit dacht te komen. Beide zal een beetje waar zijn. Schijnbaar zijn die heuvelvelden notoir voor het genereren van knieblessures, maar zelfs al had ik dat op voorhand geweten, je skiet ze nu eenmaal niet op halve kracht. De tussenstand? 1-0 voor de moguls. Een reeks aan malle oefeningen van de fysio bereiden mijn benen voor op het vervolg van de competitie. Mijn knieband komt sterker terug.
En dan maar hopen dat ik de komende tien seizoenen gespaard blijf.

Bij gebrek aan mogulfoto’s: Verkies dit vooral boven moguls, Les Houches, Fotograaf Sam de Goede