Heel even staan we met de bus in Le Tour. Want het is hier toch het allermooist. Alleen al om de herinneringen, die als paradijsvogels tussen Glacier du Tour, La Balme en het dorp vliegen. De eerste alpinetour, de val, het winterchalet met De Tien Spanjaarden, het leren skiën; allemaal hier.
Maar het mooiste aan Le Tour is misschien nog wel dat het een uiteinde is. Na het dorp rest er niets dan bergen. En al weet ik precies wat er achter die bergen schuilt (Zwitserland), toch lijkt het alsof de beschaving precies hier ophoudt. De kleine, stille uitloper van Chamonix’s gekte sterft waar het steil wordt en is vergeten bij de eerste passen omhoog. En met een beetje verbeeldingskracht zijn er geen pistes of liften.
Dan heb je de reden te pakken waarom je uit Amsterdam emigreert en je familie en vrienden op ansichtkaartafstand achterlaat. Dan geld het argument ‘rust’ en kun je jezelf weer serieus nemen. Alhoewel de emigratie zich nooit meer voordoet als een keuze, niet eens meer als de uitkomst van een proces maar alleen als simpel gegeven, heb ik het toch nodig om even met de bus in Le Tour te staan.
Tussen de herinneringen en de bergen.
Published on November 3, 2016
Leave a Comment