Ik was een tijdje van de radar.
Niet vanwege een alpine tocht of spontane trip naar het buitenland, maar vanwege een spontane trip naar de parkeerplaats van Mr. Bricolage in Sallanches.
Op een héél, héél regenachtige dag besloten Marcel en ik onze tijd te spenderen in de klimhal van Les Houches. Het was daar zo druk dat er, zoals het de gemiddelde route in Chamonix betaamd, rijen wachtende klimmers voor de wanden stonden.
Die avond zouden er op Place de Mont Blanc de finales van de World Cup Escalade van start gaan. De klimsterren die ze gemist hadden klommen met ons in Les Houches. Het Spaanse team, Oostenrijkse team en Franse team gewoon om ons heen.
Dan heb je plotseling een klimhal met uitgeteerde adolescenten die opwarmen in je projectjes en een rij vormen voor de 8a’s waar normaal gesproken alleen die ene welbekende lokale goeroe zich in loopt te frustreren.
Het regende nog steeds hard toen we (nog steeds onder de indruk maar volslagen paranoia van de mensen) onze weg naar Chamonix inzetten. We werden opgepikt door een klimmersbusje.
En dit was er nog eens een. De klimmer in kwestie had een huis daar, iets met houten muren en een volledige keuken en een gigantisch bed, niets dat nog aan een bus herinnerde behalve het feit dat de buitenwereld bewoog. Die jongen sleepte zijn eigen hotelkamer mee.
We keerden terug naar onze eigen stinkende oude ambulance en wisten precies wat ons te doen stond.
In een container in Chamonix vonden we door puur geluk een grote lading hout (van dat geelwitte in-klik hout, licht en gemaakt voor debielen) dat we die avond nog, na de finales van de World Cup, stiekem in onze bus parkeerden. De volgende morgen reden we langs een plek in het bos van Les Bossons waar Marcel eens ladingen hout gezien had die resteerden van een gestrand boomhutavontuur. We kozen vier zeiknatte planken vol afgebladderde spuitbusverf, modder en slakken en sleepten ook die naar de bus.
En daarna maakten we onze weg naar Mr. Bricolage in Salanches.
Bij Mr. Bricolage vind je alles; van gordijnringen, superlijm en wc-potten tot moderne vogelhuisjes en glittertjes om mee te knutselen.
We parkeerden de bus op de eerste parkeerplaats vanaf hun ingang en begonnen ons klussende leven.
Eerst moest de vloer van de ambulance eruit. Dat kostte ons de eerste dag.
De spullen lieten we die nacht buiten onder de oude vloer, dat ons de aanblik gaf van twee zwervers die zich schaamteloos naast Mr. Bricolage gevestigden. De volgende morgen begon met een conversatie met de bedrijfsleider.
We mochten blijven als we het er fatsoenlijk (en klussend) uit konden laten zien.
De tweede dag ging op aan de nieuwe vloer, die we uit de vier natte planken zaagden en in de bus pasten. ’s Avonds kwam de politie polshoogte nemen; waarschijnlijk een check of we geen bommen timmerden. Ze troffen mij aan met mijn zij-projectje – een gekleurde dromenvanger met bungelende dennenappels – en zagen dat het goed was.
De derde dag ging op aan de muren en de reorganisatie van het bed.
De vierde dag ging op aan het maken van een lade onder het bed en het in elkaar zetten van de keuken.
En toen waren we klaar en zaten we vol blaren op onze handen van het schroeven en zagen en kon ik niet meer slapen vanwege de pijn in mijn rug en hadden we het hipste busje van het hele Noordelijk halfrond (misschien is dat niet waar, maar er zit zoveel liefde en obsessie van ons in dat ik het momenteel niet anders kan waarderen).
Ik voelde me gedurende de gehele sessie een beetje bezwaard vanwege ons verblijf naast Mr. Bricolage. We hielden in feite drie parkeerplaatsen bezet, ook tijdens spitsuur, hadden ons hele huishouden naar buiten gehaald (hoe meer de zon scheen, hoe meer we explodeerden) en kochten niet bijster veel omdat we al dat hout al hadden gerecycled en het ons alleen aan wat lijm, verf en scharnieren ontbrak (de schroeven waren goedkoper bij de SuperMarché die naast Mr. Bricolage lag).
Maar ze waren vriendelijk.
Volgens mij vonden ze ons wel grappig en hadden ze ergens medelijden dat we gedwongen waren een vierde dag op het parkeerterrein door te brengen.
Ze kwamen allemaal even kijken in het houten paradijsje en de manager gaf ons (nieuw!) hout en plastic cadeau omdat hij zag dat hier en daar wat ontbrak.
Het is nu de vijfde dag, de zon schijnt en ik word wakker zonder persé iets af te moeten maken. De parkeerplaats ligt vol puin en als we dat naar het vuilnis rijden, is het project afgelopen. Er zijn altijd nog kleine dingetjes die links en rechts gemaakt en verbeterd kunnen worden, maar nu is het weer tijd om te klimmen, terug op de radar te verschijnen en mee te draaien in de wereld buiten Bricolage.
Terug naar Chamonix.
Wauwie! Fantastisch!
SICK VET COOL
Top overlevers zijn jullie! Knap gedaan!
Nice!!