Ik heb een gesprek met mijn lichaam gehad.
Er was op voorhand sprake van miscommunicatie; zij ging er vanuit dat ik bepaalde subtiele signalen wel op zou vangen, ik heb gezegd dat ze sommige dingen nu eenmaal helder moet uitspreken zodat ik kan weten waar ik aan toe ben.
Ik zei haar vrij bot dat het wel mooi was geweest met de malaise en dat ze zich wat weerbaarder moest maken tegen de Chamoniaanse ontberingen.
Toen zei ze: Als jij slaapt en gezond eet, dan heb ik geen reden om moeilijk te doen.
We raakten in een ingewikkelde discussie over wat dan slapen (ik zei, 7 uur per nacht, zij zei, als je moe bent) en gezond eten (hier was ze onuitstaanbaar onduidelijk) was. Uiteindelijk beloofde ik haar op zijn minst mijn best te doen om zoveel mogelijk slaap, groente en fruit tot me te nemen, zoveel als dat mijn bestaansritme hier toe zou laten, en met die laatste opmerking barste de bom.
Jij verkiest altijd het bestaansritme boven mij, zei ze. Dat is dom, zei ze, want zonder mij bestaat dat bestaansritme van jou niet eens!
Daar had ze een punt.
Ik beloofde haar dan maar ook kritisch naar mijn bestaansritme te kijken, maar er knaagde wel iets. Waarom is dat nu opeens zo’n groot probleem? Ik heb wel vaker fratsen uitgehaald – slechte ritmes, alcoholische fases, uitputtingsslagen – maar dat is nooit een reden geweest om me binnen één jaargetijde vier keer onder uit te schoppen. Ze was altijd zo sterk!
Ja, zei ze, en nu een keer niet. Simpel als dat.
(Ik hoorde een beetje een vraag om medelijden weerklinken in haar woorden, maar ik was boos dus ik heb het haar niet gegeven).
En ik had nog zulke grote plannen met haar. Er liggen trainingsschema’s klaar, en bergen, avonturen, alles gebaseerd op haar oude, vertrouwde kracht. Want ze kon het, eens kon ze het.
Ik vroeg haar of we dan konden afspreken dat 1. Zij beter zou door communiceren als haar weerstand begon te zakken, zodat ik haar tijdig rust kon geven (met de belofte dat ik überhaupt wat rustiger zou zijn), en dat 2. Ze haar eigen afweersystemen zou controleren, en met name die rond de keel want die is keer op keer schrikbarend disfunctioneel gebleken.
…
Oef.
Ik heb haar nooit zo pissig gezien. Ik wist op zich wel dat alles rond die keel een gevoelig puntje was, maar deze reactie was me toch wel absurd.
OK, zei ze, disfunctioneel hé!? Ik zal jou eens laten zien wat disfunctioneel is!!
En toen beroofde ze me van mijn stem.
Einde gesprek.
Ik realiseer me nu, nu ik al twee dagen met niemand kan praten, hoe verdomde afhankelijk ik van haar ben en dat ik geen keuze heb dan me naar haar grillen te voegen. Ik heb haar een brief geschreven en ik hoop dat ze me uiteindelijk vergeeft, misschien wel dusdanig dat ik gezond de lente in kan, al durf ik dat bijna niet hardop uit te spreken. Dit is de brief:
Lichaam,
Na twee erg stille dagen, dagen van reflectie en bezinking, wil ik je iets zeggen dat in ons gesprek van zaterdag niet aan de orde is gekomen, maar wat wel belangrijk is. Ik ben me eigenlijk nu pas bewust hoe belangrijk het is.
Ik heb je nodig, lichaam.
Ik heb je nodig om te praten en voor alle mooie dingen die ik hier kan doen. Ik heb je nodig om te zingen – het was zo mooi om dat weer voor een weekje te kunnen – en om ook maar een fractie van mijn leven hier op de rails te houden. Ik heb je nodig, lichaam, ik heb het nodig je te zien dansen, die voeten op dat ritme, die armen in de lucht. Ik heb je nodig om lief te hebben, maar als ik anderen lief wil hebben moet ik eerst jou lief hebben.
Ik heb je lief, lichaam.
En ik zal me daar naar gedragen.
Liefs, Ruby.
PS Mag ik nu mijn stem terug?