Siurana is niet groot. Vijftig stenen huisjes aan elkaar geplakt op het verre eind van een heuvel, met een tiental smalle gangetjes en oude bewoners die willekeurig door elkaar lopen. Iemand met een romantische geest had het dorp kunnen schetsen en er allemaal ridders en jonkvrouwen doorheen laten lopen. Op magische wijze ben ik er zelf in geschetst.
Alleen de windrichting waarvan uit de weg naar het dorp komt geeft geen uitzicht op de omgelegen valleien. Soms komen de wolken net tot de voet van de eerste gebouwen en lijkt het alsof ze zweven. Een onoplettende toerist kan zonder waarschuwing het plateau aflopen en een snoekduik tussen de oranje rotsen maken. Een mooier einde kan die zich niet wensen.
De eerste dagen hier was ik zo overdondert door de schoonheid van de natuur en dat kleine dorpje, dat ik nauwelijks een gedachte heb besteed aan iets dat zich buiten het moment afspeelde. De meisjes vroegen veel aandacht en het klimmen nam het grootste deel van elke dag in beslag, dus heel veel meer dan het moment was er ook niet. En de brute eenvoud van het leven maakte elke diepere gedachte een beetje gekunsteld. Eten, klimmen en slapen, soms zingen of dansen of praten.
Maar ondanks dat de zonsondergangen nog steeds wild mooi zijn en ik vergeet te ademen als ik de rotswanden in de verte zie opdoemen, begin ik weer een beetje na te denken. We ontmoeten zoveel inspirerende mensen, zoveel bij elkaar geraapte levensconcepten die eigendom zijn van rustige en blije klimmers, busbewoners en reizigers, avonturiers en jonge papa’s en mama’s die hun baby’s voeden in de schaduw van de rotsen, dat mijn eigen levensconcept onmogelijk onaangetast blijft.
Ik geloof dat de grootste verandering ligt bij het feit dat ik mijn leven niet meer dicht wil timmeren met ideeën over mijn toekomst. Ik was vijf jaar lang heel erg trouw aan het ‘ik maak mijn eigen leven’ idee en ik denk dat ik dat nodig had om uit mijn structuur te breken. Nu is het tijd om het leven zelf weer wat autonomie te geven. Ik wil ruimte behouden voor het onverwachte. Voor onvoorziene plannen en ontmoetingen. Voor dingen die te krachtig en mooi zijn om in het leven te forceren, die alleen door het leven zelf op mijn pad geworpen kunnen worden.
Een bootje op de golven. Een dans op het ritme van de muziek.
En we dansen veel hier.
Ik ga nooit meer terug in mijn kooi.
De Novembernachten van Siurana stellen ons op de proef. We slapen in onze hele garderobe en voelen nog steeds de kou langs onze ruggengraat omhoog kruipen. Het dirtbag bestaan is niet voor mietjes. Het klimbestaan evenmin. De routes slopen ons lichaam en onze mentale kracht bevind zich in een ernstig traject dat per voorklim een andere uitkomst levert. Maar op alle fronten boeken we vooruitgang. We worden beesten.
Ik kan me niet voorstellen dat er nog een wereld bestaat buiten deze valleien. Chamonix voelt als afspraak bij de tandarts waarvan ik de datum ben vergeten. Nederlands is een vreemde taal. Parijs ligt op een andere planeet. Ik ben in Siurana en alles buiten de warmte van het dichtstbijzijnde kampvuur is ongrijpbaar. Nog twee weken in deze droom en dan zal ik weer een beetje mijn ogen openen.
Spanje kwam uit de lucht vallen en ik had de vrijheid om het op te vangen. Dat is geluk.
Mam, aan jou, ik wou dat ik met jou door Siurana kon lopen. Dat ik met jou op het plateau aan het einde van het dorp kon zitten. De wolken zouden tot onze voeten komen en we zouden bijna naar het roze van de ondergaande zon kunnen lopen. Als ik daar twee minuten met jou zou kunnen zitten, mam, dan had ik geen vijf uur over dit verhaal hoeven doen. Misschien hadden we samen naar woorden gezocht om de impact van de omgeving te omschrijven, want ik heb er grote moeite mee. Ik vrees dat ik je nooit kan vertellen wat het waard maakt om in een bos te leven en die beren die jij op de weg ziet voorzichtig een aai over hun bol te geven. Ik vrees dat ik je het moet laten zien.
Jij bent ook vrij, toch?