Ik schrijf niet zoveel op het moment. Dat komt omdat elk onderwerp dat ik aansnijd, telkens leidt tot allerlei zware kwesties. Wie ben ik en wat doe ik en wat zou ik moeten doen. Mijn nu zit tijdelijk verweven in de problematiek van een heel leven, maar alleen omdat mijn denken in een bepaalde modus is gesprongen. Voor mij is het vermakelijk, de stukken die ik schrijf lijden eronder.
Modus Lyon. Het was eerst tamelijk onschuldig, meer als een traag naderende droom, zo traag dat ik hem niet kon zien bewegen. Als ik nu een nieuwe jaaragenda zou kopen, zou de verhuizing op een van de eerste pagina’s komen. Ik schrok me de pleuris toen mijn baas laatst zei ‘dus je neemt ontslag’, als reactie op de vage uiteenzetting van mijn plannen aan het eind van een werkdag. Ik krabbelde nog wat terug, zei dat ik niet zeker wist of ik mijn bachelor wel zou halen en dus weg kon gaan. Op weg naar huis was ik overstuur.
Naarmate de winter vordert zullen dat soort concrete zaken steeds meer op poppen. Ik moet er even aan wennen. De transitie van Lyon als plan, naar Lyon als realiteit voelt alsof ik een mannetje in mijn hoofd heb gecreëerd, dat nu via mijn oren naar buiten is gekropen en volstrekt autonoom mijn leven aan het bewerken is. Hé jij daar, wil ik roepen, doe je voorzichtig?
Maar het is oké. Het maakt me een waarderend wezen, elke stap die ik zet door de straten van Amsterdam is van goud. Ik ben een affectiespons, ik slurp vriendschappelijke momenten op alsof ik er van moet leven. Ik heb een passie voor het nu. Alhoewel mijn gedachten als een bok verspringen tussen duizend levenskwesties, ben ik meer zenmonnik dan ooit. Ik wou dat ik een bandopname kon maken van al dat zich afspeelt in mijn hoofd, want het zou productieve materie zijn voor een ‘ik’ dat er niet middenin zit.
Nog om en nabij drie maanden. In december rond ik drie vakken af, draai ik wat feestdagen, hoop ik een week in een warm land te klimmen en neem ik een eerste kijk in de stad van mijn toekomst. In januari volg ik het laatste vak van mijn bachelor en zullen al die concrete zaken aan de orde van de dag zijn. In februari vlieg ik uit.