Blogs
Comment 1

Beginsels van Beez

Ik heb een aantal beginselen van een stuk over een weekend in Beez gevonden.

Fieke was er niet en had me gevraagd om de hut te betalen…. Ik begreep pas op locatie dat die vraag een soort van organisatorische verantwoordelijk met zich meebracht. Op weekend kende ik mezelf alleen in de rol van kind op vakantie: bereid om handen uit de mouwen te steken, maar wel op orders van de ouders.
Ik moest lachen om vragen van het volgende kaliber:
‘Ruby, weet jij waar de vuilniszakken liggen?’
De vuilniszakken? Weet ik veel!? Alsof ik die, als paaseieren, altijd op een nieuw plekje rondom de Chaveehut verstop; gewoon, om de lol erin te houden op weekend. Wat de heck heb ik met de vuilniszakken temaken? Zo gaat dat dus als je Weco bent. Je bent alwetend. Ik zal Fieke sparen de volgende keer, zelf uitzoeken of de pannen al schoon zijn.

Mijn verblijf in de Alpen heeft me inmiddels geleerd over initiatief nemen. Sommige nemen het sneller dan anderen. Afhankelijk van de gevolgen laat ik dingen vaak op de loop, maar ik heb inmiddels gemerkt dat je alert moet zijn op andermans initiatieven: Wanneer je immers doorgaans later concludeert dat iets moet gebeuren, hebben anderen het al gedaan, en voer je structureel minder uit. (Zowel het ultieme excuus voor luie mensen als een last voor zij die wat gechillder zijn dan hun panische controlerende medemens. De gulden middenweg zal wel weer gulden zijn.)

De ware liefdes gesprekken (in de keuken). Ik zat op het aanrecht in het keukentje en op wonderlijke wijze evolueerde een gesprek met Eva over de driehoeksverhouding spiergrootte/spierkracht/klimniveau naar een gesprek over de liefde. Het was niet de eerste keer dat dit onderwerp in de Chaveehut werd aangesneden, sterker nog, tijdens mijn vier verblijven is het onderwerp nooit onaangeroerd gebleven.
De Chaveehut is een sprookjeshuisje dat een stel kabouters vanuit de Alpen naar België heeft getild. De hut ademt romantiek. De eerste keer dat ik het terrein betrad liep het tegen de winter en was ik nog een kampeerpussy. De ASAC was uiteraard van plan tenten op te zetten, terwijl hun passen diepe sporen in de modder achterlieten en mijn kleding, nog niet duur en outdore, alle wind doorliet. Rillend zag ik de hut voor me oprijzen en zeker wel, gered was ik.
Mijn tweede bezoek werd gekarakteriseerd door een relatief nieuw lid dat zo dronken werd van het Belgische bier dat we hem slapend aantroffen op de wc.
De keer daarna leidde het beginnersweekend naar Beez en lag de hut onder een dikke laag sneeuw. Ik was inmiddels hardcore outdore en sliep met het bestuur buiten, in de open lucht, terwijl de nieuwe leden in hun tenten trachtten te overleven. Het werd zo gezellig dat we de waard op ons dak kregen en de resterende tijd gespendeerd moest worden aan een charmeoffensief.
Al die keren brachten we de avond door met bier en gesprekken die zich onvermijdelijk tot de liefde wendden. Ik dacht namelijk… Ik weet niet meer wat ik dacht, maar misschien dacht ik mensen te overtuigen van het bestaan van die ene, die ware, en als het in de context van de Chaveehut niet zou lukken, zou ik voor altijd alleen staan in mijn geloof.

Dikke lagen factor dertig bemoeilijkte het klimmen. Als het mengsel van Pof en zonnebrand explosief was geweest lag nu heel Beez plat. Maar schijnbaar hinderde het niet. Ik klom met Jeroen en Jeroen en de laatste liet geen ruimte over voor lafheid. Hij joeg me een 6c bij de overhang in terwijl ik me normaal verschuilde achter mijn weloverwogen acceptatie van het contrast tussen mijn klimniveau buiten en binnen. De laatste voorklimval die ik buiten had gemaakt was tevens mijn eerste, in Saffres, onder druk van Guido. ‘Je kan vallen, laat maar los.’
Overigens maakte ik geen echte voorklimval in de overhang van Beez en duurde het tot deze zomer om weer eens goed naar beneden te stuiteren. Letterlijk: Ik bouncede naar beneden, twee contactmomenten voor ik stil hing, open schenen, een straf voor mijn angsten, nooit meer zal ik lafjes klimmen!

Matthieeewwww. Dat is de laatste zin van het stuk. Matthew had hooikoorts en was het hele weekend aan het niezen, wel een keer elke vijf minuten. Alhoewel de arme jongen meelij opwekte, was het ergens stiekem best wel grappig. Matthiieeewww! Mattthieeeeeew!!

This entry was posted in: Blogs

1 Comment

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s