Waarom wil ik wat ik wil? Waarom wil ik niet iets anders? Waarom wil ik niet wat jij wilt?
Kan ik dingen willen willen die ik niet wil? Kan ik invloed uitoefenen op mijn willen? Kan ik willen dat ik rijk en succesvol wil worden? Zodat ik uit liefde voor mijn ouders de kansen op een stabiele toekomst vergroot en mijn dwalingen over de aardbodem uitstel?
Waarom wil ik dan in eerste instantie losbandig en vrij zijn?
Waarom ik wil wat ik specifiek wil: dat begrijp ik niet. Ik snap dat ik van jongs af aan heb geleerd van alles te willen. Ik snap dat mijn omgeving me nog steeds dingen leert willen. Ik snap dat de objecten van mijn wil ergens in lijn liggen met mijn karakter. Maar het resultaat, de selectie aan dingen die ik eindig te willen, komt me volstrekt willekeurig voor. Want binnen de context van dwingende invloeden blijven er nog zo’n duizend paden te bewandelen; duizend dingen te willen.
Mijn wil lijkt een beetje verloren. Waarom zou ik mijn best doen voor mijn willekeurige wil? Wat als ik morgen toevallig iets anders wil?
Ik moet mijn wil niet willen snappen. Willen wat ik wil, en dan weer wil, en dan weer wil; dat is het motto.