De nachtreceptionist klimt M9 met een glimlach en passeert nu en dan een noordwand, zo’n beetje tussen de bedrijven door, wat je niet zou zeggen als je hem achter het bureau zag zitten. Ben, een Britse jongen die stil zijn werk doet. Alhoewel, wanneer je achter het bureau langs glipt zie je dat er altijd een route op zijn beeldscherm openstaat. En zijn schouders zijn toch wel iets breder dan het dagelijkse leven vraagt.
Hij woont in een chalet met klimmende Ieren en Britten, een verzameling klimnerds pur sang, rusteloos zolang er niets gepland staat om op te klimmen of af te skiën. Hun woonkamer is bezaaid met topo’s en materiaal (en rommel gezien het de leefruimte van vijf vrijgezelle jongens betreft), de entree volgestouwd met ski’s. En een hoop Engels gebabbel en thee.
Ik heb het geluk af en toe met deze jongens mee op pad te mogen, wat nu al resulteert in een hoop vallen en opstaan.
Cliffjumps, powpow en treelines. Ik moet er nog steeds aan wennen dat ik kan skiën, maar veel tijd heb ik daar niet voor, want de lat wordt in rap tempo omhooggeschoven. Voordat ik nadenk heb ik al te veel vaart, vlieg ik ergens door de lucht of lig ik met mijn kop in de sneeuw. Een boom die nadert, een skiër die inkomt van links. Gelukkig ligt al die sneeuw er. Dat maakt de val zacht.
Ben en zijn snelle jongens gaan er met zo’n vanzelfsprekendheid vanuit dat ik klim wat we moeten klimmen of ski wat we moeten skiën, dat er weinig ruimte overblijft voor twijfel. Als het fout gaat, dan merken we het vanzelf (er zijn touwen, geen zorgen). Ik ben constant op avontuur in de grenzen van mijn kunnen en dat is spannend, een beetje heftig en vooral heel leerzaam. Dit is de manier om vooruit te gaan. Zo kom ik er wel.
COOL
Vet!