Ik kom niet in slaap ondanks dat ik nog steeds uitgeput ben. Ik ben overal in Chamonix maar mijn gedachten zijn ergens anders. Mijn hart schiet omhoog en omlaag en mijn glimlach probeert de hele dag de breedte van mijn hoofd te beslaan. Ik leef in een roes.
Ik ben weer hoog, hoog in de bergen geweest.
Fiek kwam een week op bezoek om te alpineren. Elke morgen keken we aan tegen bizarre zonopgangen en elke avond tegen bizarre zonsondergangen. Overal gebroken gletsjers en verre toppen.
Stilte.
Of wind.
Onze adem.
Het was een bevalling. Ik was vergeten dat tochten zo zwaar waren. We bewogen ons in een dikke laag sneeuw en namen elke stap met grote moeite. Mijn tenen waren bevroren of kwamen heel erg pijnlijk weer tot leven. Ik zakte tot op mijn kin in een gletsjerspleet en zag mijn voeten bungelen boven een duisternis die ik sindsdien probeer te vergeten. Fiek liep over een sneeuwbrug waarvan we beide niet wisten of die zou houden. Ze gleed weg tijdens de afdaling door een ijzig sneeuwcouloir en hing slechts nog met het puntje van haar pickel aan een rotsblok. Het werd mistig in een wereld waarin het al moeilijk navigeren was.
Voor de moeders: Er waren back-ups.
Wat kan alpine ongelofelijk shit zijn. Loodzwaar. Ik voelde me vaak genoeg oncomfortabel vanwege mijn erfenis van vorig jaar. ‘Wat als’ achtervolgde me als de duivel.
Maar tegelijkertijd viel alles op zijn plek.
Klik.
Dit is het.
Een visje in het water.
Ik ben in leven. Mijn hart klopt, mijn zintuigen worden geprikkeld en geen enkele ervaring wordt nog gefilterd door mijn denken. Dit is grenzeloos.
Het afgelopen half jaar heb ik constant naar woorden moeten zoeken die samen een reden zouden formuleren voor mijn beweging naar Chamonix. Deze drie dagen liep ik door de verwezenlijking van die reden.
Het is de overdonderende schoonheid die me van binnen verandert na
er dagen door omringt te zijn. Het is de kracht van de natuur, van de dag en nacht en de beweging van de gletsjer, van de wind en de hoogte, van de bergen die me inprenten dat zij de absolute alleenheersers zijn. Het is de hoge inzet, de keuze voor die inzet, het gevolg van die inzet, want wat je dreigt te verliezen is je dierbaarder dan ooit. Het is de pijn en de uitputting,
waardoor ik me bewust word van elke ledenmaat, elk fysieke systeem dat me gaande houdt, het hele lichaam dat op magische wijze van mij is, en waardoor ik met een voldoening bij de hut aankom die geen enkele andere prestatie me kan geven. Het is de kameraadschap tussen mij en mijn tochtmaatjes. Het vertrouwen. Het is het verhaal dat ontstaat bij een idee, een blik op een berg, een verhaal dat geleefd wordt door duizend alpinisten en waarin ik me verbonden voel met hen allemaal.
Ik ben afgeleid. Ik ben al twee dagen in het dal, maar mijn kop is alleen maar op hoogte. Het ene na het andere beeld flitst langs en voert me mee in mijn herinneringen. Ik wil alleen maar dáár zijn. Het leven is opeens heel eenvoudig.
Er vliegen vlinders in mijn buik, ik ben verliefd en ik weet waar ik heen moet.
Met dank aan Fieke voor de foto’s en inspiratie.