Soms koekeloer ik even naar wat er in Nederland zo ongeveer gebeurt via het NOS. Gisteren zag ik dat een vrachtwagen vol varkens tussen Gieten en Rolde was omgeslagen. ‘Een deel van de varkens overleefde het ongeluk niet’ stond in het artikel geschreven. In een bijgevoegde video zag ik de overleden varkens op hun rug of zijde rondom de vrachtwagen liggen, maar ook het setje gelukkigere varkens rondstruinen in het hoge gras naast de weg.
Ga ervoor stelletje sukkels, dacht ik meteen. Richting Gieten of Rolde of al het gras dat ertussen ligt; dit is jullie kans.
‘De dieren werden bijeen gedreven in de berm. Inmiddels zijn ze opgehaald door een andere vervoerder’. En geslacht, denk ik zo.
Ik overdrijf niet als ik zeg dat ik sindsdien regelmatig aan die varkens denk. Of laat ik zeggen dat ik aan ééntje specifiek denk. Dat is die ene die ze over het hoofd hebben gezien. Die heeft zich laag en stil gehouden in het hoge gras en leidt nu een vrij Hollands leven, dwaalt tevreden door de Drentse bossen en zegt af en toe ‘knor’ tegen een setje wilde koeien of een loslopende kip.
De afgelopen tijd was ik zo vegetarisch als een gedroogde Franse worst. Mijn Drentse varken brengt daar misschien weer even verandering in.
Ik zie het helemaal voor mij. En ik voel mee, met alles, ook het schuldgevoel.
Pingback: Voor de harige vierpoten | RUBY ELIZABETH