Het vonnis: Ik zal de tijd hebben om alle seizoenen van Gilmore Girls te kijken en mijn restaurant tot in detail uit te werken, maar dat ticket naar Zuid-Amerika hoef ik (nog) niet te boeken. De tijd die ik aan revalidatie kwijt zal zijn, halveert onvermijdelijk mijn reeds geringe kansen en verdubbelt mijn afhankelijkheid van geluk. Maar, zoals Marcel het formuleerde: de druk is ervan af. Nu kan ik totaal ongetraind maar ontspannen het examen instappen.
Ik had mijn fysio-afspraak in een praktijk van kakelende Britse vrouwen die me op melige toon verzekerden dat ze ‘heus wel professioneel’ waren. Tegen de tijd dat een van de therapeutes me naar de behandelkamer begeleidde, was ik op van zenuwen. De behandeling werd onderbroken door een telefoontje van haar zoon die haar mededeelde dat hun hond was ontsnapt, waarop ze verzuchtte dat ze een erg slechte dag achter de rug had, nog voor ze een definitief oordeel over mijn knie had gevergd. Mijn eigen MCL-diagnose was juist gesteld. ‘Probably a serious grade two’, gaf ze me uiteindelijk.
Omdat ik een verwijzing van de dokter nodig had, bracht ik daarna een bezoek aan mijn schimmige, Franse, binnenkort gepensioneerde huisarts die zo’n jaar geleden mijn borsten had onderzocht terwijl zijn sigaret in een asbak op het balkon al rokend op hem wachtte. De muffige kamer met haar multomappen en donkere meubelen kalmeerde me. Ik had hem onbedoeld beledigd door eerst naar de therapeutes te gaan, want ‘het stellen van diagnoses was aan hem, niet aan hen’, zei hij mompelend. Zijn diagnose luidde min of meer hetzelfde, alhoewel zijn versie ruimte overliet voor meer scenario’s. Ik strompelde significant optimistischer zijn kamer uit. Het zou mee kunnen vallen (met de serious grade two).
Beiden waren er redelijk zeker van dat alleen de MCL was aangetast. Ze konden minder zeggen over de mate waarin, omdat de knie te kwetsbaar was om alle functies te testen. Na tien dagen van rust, ijs en existentiële crisis zouden ze meer weten.
De overgang van een uitputtend trainingsregime met accumulerend zelfvertrouwen naar de sofa in Coupeau is groot. Ik moet mezelf afleiden om niet te zwelgen in zelfmedelijden en mijn gedachten actief tot de orde roepen, met name wanneer ik begin te dagdromen over een tijdmachine die vlak voor de drie catastrofale secondes mijn geschiedenis een andere kant op stuurt. Het voelt alles bij elkaar zo stompzinnig, mijn verdriet, mijn lichaam, mijn toekomst, de obsessie waar ik twee dagen geleden nog over schreef, dat ene shitpaard.
Hoe dan ook, de huidige situatie is feitelijk, onvermurwbaar en op zichzelf shit (excuus: SHIT SHIT SHIT POEP POEP POEP) genoeg. Ik hoef geen emotioneel drama toe te voegen om de juiste diepgang te bereiken. De bank is daar, de knie ligt erop en ik lig er noodgedwongen bij, met een zee van tijd, een redelijke internetconnectie, de mogelijkheid om mezelf los te koppelen van de dichtgetikte skibubbel en mijn ogen te openen voor de andere mooie dingen in de wereld. Wie weet raak ik nog eens geïnspireerd.

Shitpaard op Ski’s
Nou, ben je even mooi klaar mee. Been omhoog en laat de wereld dan maar als een lawine over je heen komen.
Tijd om de bijbel eens helemaal over te schrijven misschien.