De standaard nakijk-elf van mijn blog (mijn moeder) is juf op een basisschool in Nederland en zo tegen het eind van het jaar altijd druk met rapporten schrijven. Daarom durf ik even geen blogs te publiceren.
Wat ik wel graag wilde vermelden (dat vond ik het risico van schrijffouten wel waard), is dat ik weer terug in de bergen ben geweest. Soms gaat het alpineren goed en soms wat minder, maar het belangrijkste is dat ik teruggevonden heb wat toch wel een tijd kwijt is geweest: De bergen en ik.
Daar ben ik zelfs weer van gaan dichten en ik geloof dat het volgende gedicht wel weergeeft hoe ik me voel:
Ze hebben gezegd dat ik een mens ben en me aangekleed.
Ik scheer het haar van mijn benen om vrij over de paden te lopen.
Maar wanneer ik mijn hand in het koude water van de rivier leg,
stroom ik naar beneden,
sla neer als een gletsjer,
volg mijn hoefafdrukken in de sneeuw,
voel het zweet lopen langs mijn vacht, mijn stam, mijn graat.
Daarom kleed ik me uit op het hoogste punt en leg de rots tegen tien van mijn tenen.
De zon op mijn kale benen.
De wind tegen de rug van mijn hand en mijn palm nog steeds in het water.
Misschien loop ik in schoenen naar beneden,
maar daarboven blijf ik bestaan.
Mijn excuses voor eventuele fouten.
En lieve mama, succes met de laatste loodjes.

“Misschien loop ik in schoenen naar beneden,
maar daarboven blijf ik bestaan.”
Zo mooi gezegd. Een plek om te bestaan…
Dankje 🙂
Heel mooi, Ruby. Ik zie je daar zitten met de rots tegen je tenen. En ik begrijp je liefde voor de bergen zo goed!
Loop jij niet ook wel eens te schrijven of dichten wanneer je door de bergen wandelt? Ik betrap mezelf daar vaak op, en heb zelden een schriftje mee om aantekeningen te maken….