Vakkenleeghaler
Na de nachtelijke, serene rit door Briançon tref ik het bijennest aan in TL-licht, volgeladen karretjes die alle directies op rollen, iedereen in het rood. Klaarwakker spreken ze elkaar aan, neuriën sommigen alsof de zon al zo’n uur geleden opkwam, daar binnenin die gigantische loods, achter de schappen richting het Oosten.
Denk maar niet dat er iemand klaagt. Het is de norm; elke ziel aanwezig drukte vanmorgen voor vieren de wekker uit.
Om half acht mengt een ander team zich door ons heen, blauw, vaak op gemotoriseerde voertuigen die een lang, nat spoor door de winkel leggen. De schoonmakers. Ze maken een welkom lawaai, want we zitten dan massaal bijna op de helft van onze shift en hebben er in principe wel genoeg van.
En dan, om acht uur, staat een vreemdeling voor me. Altijd, heel even, verward dat me. Wat doet die daar nou?
Een klant die doordringt tot ons bijennest, in civiele kleding, vaak een jaar of zeventig want die gaan blijkbaar vroeg naar de winkel.
Soms vragen ze me: Waar vind ik geitenkaas voor in de oven, of kruidenbrood voor bij de paté?
Geen idee, mevrouw, meneer.
Kruidenbrood. Hebben wij dat?
Om kwart over elf loop ik uiteindelijk, eindelijk, zelf door de winkel in civiele kleding, en behoor dan plotseling tot die ander, een vakkenleeghaler, op zoek naar een pak melk of kattenbrokken.
Tot 03:40 de volgende dag.
Knoppen
Ik sta voor een poort. Hij is drie bij drie meter, leidt naar het donkere hart van de Carrefour, zit potdicht en schuift in theorie open via een knop aan de zijkant. Aan die zijkant zitten echter meer knoppen. Eén daarvan, weet ik inmiddels, is simpelweg een lichtknop. Wel voor het licht van de hele winkel. De andere?
Ik ga uit van het ergste: Er zit sowieso een brandalarm bij die alle sproeiers aanzet en de ruimte vult met oorverdovend geloei.
De manager had natuurlijk gezegd welke de juiste knop was, maar naar zo’n uitleg probeer je pas achteraf te luisteren.
Het is overigens niet de enige grote poort in de winkel (koeling, buitenpoort) en telkens sta ik twijfelend voor de reeksen knoppen. Tot nu toe is het goed gegaan – jammer voor dit verhaal.
Who’s done it
Wist je dat vakkenvullers bewapend zijn? Ze hebben allemaal een stanleymes op zak om dichtgeplakte kartonnen open te snijden. Alle producten worden geleverd in karton. Alle producten. We openen ongeveer twee kartonnen per minuut per persoon en werken op de vroege ochtend met een man of veertig.
In de loods staat daarom een kartonpers. Dat is een machine met een gat van twee bij twee, die met veel geratel het karton samenperst tot een soort bal. De levensgrote ballen parkeren we buiten in rijen en worden in de loop van de week opgehaald.
Nu ga ik iets vreemds schrijven. Misschien komt dat door Baantjer of andere crimi’s die ik keek in mijn jeugd, maar telkens als ik voor die kartonpers sta denk ik aan moord. Niet dat ik de neiging voel om iemand in de kartonpers te gooien, maar het apparaat leent zich nu eenmaal heel goed voor een luguber scenario. Een voet die uit zo’n kartonbal steekt, wie heeft het gedaan?
Was het Kaas, Fris, Brood? Ik vond dat Pasta zich vreemd gedroeg vanmorgen. Heb je Speelgoed al gezien vandaag? Is het Speelgoed in de kartonbal? Die was gisteren tegen het karretje van Vis gereden, hele inhoud van het karretje over de vloer. Is hem misschien duur komen te staan.
Top! Ik bekijk de gevulde vakken tegenwoordig met andere ogen😘
🐱🐱
>
Dit ga je niet geloven. Mijn buren hebben een vriend die in zo’n pers is geperst, twee keer na elkaar. Gelukkig was hij heel dik en zijn vet heeft hem gered. Hij heeft bijna een jaar in het ziekenhuis gelegen. Het is min of meer goedgekomen met hem, hij heeft nu normale proporties. En zijn vrouw die voor het ongeluk op het punt stond van hem weg te gaan, is bij hem gebleven.
Een verhaal waard.
En nog iets. Onlangs was in een winkel zo’n stanleymes op het rek blijven liggen. Ik had het bijna meegenomen. Want wel handig, als je dat hebt.
Mijn collega’s waren geschokt toen ik ze dit verhaal vertelde (ik moest er zelf, ondanks de ernst ervan, toch wel een klein beetje om lachen). De grootste vraag is natuurlijk: Hoe is die man erin gevallen? Bij ons zou je echt moeten klimmen.
Fieke dacht toch aan een dronken personeelsuitje of iets dergelijks.
Ik ben erg blij dat zijn vrouw bij hem is gebleven. En dat je dit verhaal met ons hebt gedeeld.