Een heel mooi verjaardagscadeau lag vijf december, zo rond een uur of elf, op het tapijt in de woonkamer. Ik gilde toen ik het zag. Fieke riep geschrokken, Ruby, wat is er, en ik schreeuwde, er ligt een dooie muis op het tapijt.
Tigrou zat ernaast en keek ons afwisselend met grote ogen aan.
Mijn vriendje heeft het beestje bij zijn staart gepakt en naar buiten gebracht. Zo bij de rivier van La Vachette ligt een grafje met een kruisje dat net boven de sneeuw uitsteekt (zij het in mijn verbeelding).
Ik weet niet of Tigrou de muis al eerder had gevangen en voor mijn verjaardag heeft bewaard of dat hij die ochtend speciaal voor mij is gaan jagen. Het muizenprobleem was in elk geval al weken oud en hij moet ergens toch hebben begrepen dat we, als kat zijnde, niet louter voor ons plezier achter muizen aan gaan, maar ook voor ons baasje.
Een ander mooi verjaardagscadeau klonk zo’n tien uur later door dezelfde woonkamer, een lied op de melodie van Bella Ciao, begeleid door een viool en geschreven en gezongen door mijn vrienden. Ik wist van verlegenheid niet zo goed hoe te reageren, maar mijn hart groeide en vulde de hele ruimte.
Het mooiste verjaardagscadeau was echter slechts een cijfer. Achtentwintig.
Ik ben me misschien niet voldoende bewust geweest van de betekenis van mijn verjaardag, anders had ik ze wel met wat meer overtuiging gevierd. Nu weet ik dat we moeten dansen voor dat jaar dat nog geleefd mocht worden en dat volgende jaar dat we in mogen gaan. Elke rimpel die op ons gezicht verschijnt is bonus. Elke rimpel op het gezicht van onze vrienden en familie is eveneens, bonus.
Zoveel jaar is achtentwintig jaar, zo gelukkig ben ik dat we allemaal relatief in orde zijn en gestaag ouder kunnen worden.
Behalve dan die muis.
Leve het leven 💗
Een late gefeliciteerd!