De ouders van Marcel staan om vijf uur ’s ochtends bij de crèche op de hoek van de straat. Als wij uit bed komen, zijn zij net even op plaspauze in huis. Een pak koekjes wordt weggegrist en daar gaan ze weer. Als Marcel eenmaal achter de televisie plaatsneemt, beweegt hij zich niet meer. Het nieuws verspreid zich wederom door de vertrekken. Halverwege de ochtend besluit hij een kijkje te nemen bij de crèche op de straathoek. Ik mag eigenlijk niet mee omdat ik niet weet waar mijn paspoort is, en schijnbaar wil je die liever bij de hand hebben. Maar ik ga toch, heel even maar, omdat Marcel in gesprek raakt met zijn buurtgenoten en ik me verveel.
Maar de dag zal nog enerverend worden. In de rest van Catalonië krijgt het geweld langzaamaan vorm en wij kunnen dat allemaal via het beeldscherm volgen. De Spaanse politie drijft een menigte uiteen terwijl een paar Catalanen terug blijft keren naar de plek waar ze niet meer mogen zijn. Een T-shirt scheurt, bloed wordt gefilmd. Goh, denk ik, ze weten dat ze geslagen worden als ze teruggaan, ze gaan terug, ze worden geslagen, laten hun wonden zien (kijk, ze slaan) en keren dan nog eens terug. Wat is dit? Wat gebeurt hier? ‘Passief verzet’, zegt Marcel. Hij is inmiddels boos en reageert ook fel op mijn verwondering. Mijn God, ik weet hier duidelijk niets vanaf.
De scenes worden gewelddadiger. Ik lees de liveblog van de NOS om op de hoogte te blijven, want in tegenstelling tot alles om me heen, begrijp ik dat tenminste.
Het huis is een rommel. Niemand neemt de moeite om iets terug te zetten, want buiten wacht het referendum en vandaag is alleen dat belangrijk. De ouders komen weer binnen, dit keer voor een adempauze. Marcel maakt zich los van het nieuws en vraagt of ik wil helpen met het voorbereiden van een pizza. Terwijl ik een ui sta te snijden deelt moeder Marcel mee dat de Spaanse politie onderweg is naar de crèche. ‘Nu?’, vraagt Marcel. Acuut wordt de oven uitgezet. ‘Oh nee, Ruby blijft thuis.’ De oven wordt weer aangezet. ‘Heus niet, ik ga mee, ik heb mijn paspoort gevonden.’ Ik zet de oven uit.
Het lijkt op een straatfeest. Tafels en klapstoelen. Mensen lopen rond met plastic bordjes en bekertjes. Op de stoeprand zit een rij volwassen met hun smartphones, de rest van de menigte staat in groepjes op straat. De poort van de crèche wordt beheerd door een drietal bejaarden. Het wemelt van de kinderen en honden. Marcel raakt wederom in gesprek met buurtgenoten en neemt plaats op de klapstoeltjes. Daar sta ik dan, in het midden met mijn Nederlandse paspoort in de hand. De Spaanse politie laat het afweten, waardoor ik geen idee heb waar ik eigenlijk naar moet kijken. Ik loop naar huis en maak de pizza’s af.
Als Marcel later thuiskomt raken we verstrikt in een discussie die nergens toe leidt. Hij is veel te opgeladen en ik veel te verward. Is al dat geweld nodig? Waarom staan al die mensen hier? Waarom staan ze hier écht, voor democratie? Onafhankelijkheid? Omdat de buren er ook staan? Fuck the system? Franco? Identiteit? Repressie?
De ouders hebben inmiddels in een ander stemlokaal hun stem uitgebracht, deelt hij mee, want bij de crèche ligt het systeem plat.
De televisie blijft repeteren. De NOS-liveblog houdt me op de hoogte tot ik abrupt mijn scherm sluit en mijn hardloopschoenen aantrek. Voor een zondagavond is het stil in het bos. Paddenstoelen schieten aan alle kanten uit de grond, wat ik graag aan papa Marcel vertel, omdat hij ze plukt en eet. Ik loop een stuk door de stad en passeer twee stembureaus. Bij de crèche is het zo druk dat ik mijn bezwete lichaam door de mensenmassa heen moet wurmen. Ik kan er niets anders van maken: Hier is het gezellig. De ouders van Marcel tref ik in een cirkel van klapstoelen, beschenen door het licht van de lantaarnpaal. Ik vergeet de paddenstoelen te vermelden. Thuis tref ik Rajoy op de televisie, beelden van euforische Catalanen die volle stemboxen in de lucht houden en een herhaling van het geweld van deze zondag. Gelukkig duurt een referendum maar één dag.
Nu lig ik in bed en kakelt die verdomde televisie nog steeds. Ik realiseer me dat, als je wilt, de vraagstukken van vandaag heel diep kunnen gaan. Zo diep als bereid bent om te gaan. Boekenplanken diep. Niet vanavond.
Heeft Marcel eigenlijk gestemd? Ik loop naar beneden en hij bevestigd. Omdat hij daarna stil blijft vraag ik welk vakje hij heeft aangekruist. Zijn antwoord verbaasd me.