Het regent in Chamonix alsof de weergoden een poeltje zoeken om in rond te dobberen. Wie vlak na Les Houches een stuwdam bouwt, heeft morgen een volwaardig stuwmeer. Dan zouden we, als de zon schijnt, met de boot naar de instap van onze routes kunnen.
In deze doornatte omstandigheden laat ik mijn moeder achter bij de bushalte in Chamonix. Ik weet dat, als alles verloopt zoals afgesproken, er straks een bus langsrijdt die haar afzet bij het vliegveld in Genève, waar vervolgens een vliegtuig langs vliegt dat haar afzet in Amsterdam. Maar omdat ik daar allemaal geen getuige van ben, voelt het alsof ze gewoon in een lichtflits (geïnspireerd door al dat onweer) straks weer op de bank tussen mijn vader en de kat zit.
Wie laat zijn moeder nou achter in een bushalte in Chamonix? Met de wetenschap dat ze dadelijk door een Britse transferdriver ontvoerd wordt, weg uit de realiteit waar ik grip op heb, weg uit mijn mogelijkheden?
Was ze er überhaupt wel, of heb ik dat gedroomd?
Het gekke is dat ik mijn zus hier nog naast me heb. Maar die verdwijnt over twee dagen net zo abrupt met een lichtflits; een afgesproken tijdstip en weg. En denk niet dat er dan nog iets achterblijft, noch van mijn moeder noch van mijn zus. Ik kan terug naar de bushalte lopen en wachten tot ik een ons weeg. Die zitten gewoon in Nederland.
Er was zelfs nog zo’n derde figuur dat inmiddels in de lucht hangt, als ik het moet geloven dan, want ik ben er wederom geen getuige van. Suus (de zus) had een vriendinnetje uit Nederland meegenomen. Ik heb het drietal (moeder, Suus en Dare) hier dagenlang in de bergen gehad, door het vreemde Chamonix, aan touwen, in liften, op flanken of de salsa-avond in de Jazzclub, en ze vonden alles leuk. Bij vergissing noemde ik Dare een grote zonnebloem, maar niets bleek minder waar. Die grote zonnebloem die ik gedurende de week op geen negatieve fractie van een emotie heb kunnen betrappen is dus net als moeders de vallei uit geflitst. De vraag is of ze er ooit echt geweest is.
Maar Suus, die heb ik dus nog eventjes. Morgen gaan we samen op de boot in het stuwmeer. Als de Britse transferdriver zelf geen boot heeft dan blijven we net zolang dobberen tot we oud en grijs zijn. Zo erg is al die regen nog niet.
Ze heeft een pony 😄