‘Welke luxe zou je jezelf veroorloven als je plotseling miljardair zou worden?’ Die vraag wordt nou nooit aan me gesteld, net als de vraag in welk dier ik zou willen reïncarneren, met welke beroemdheid ik het liefst zou willen trouwen en hoe ik mijn leven zou organiseren als ik wist dat ik gezond en wel 200 jaar oud zou worden. Daarom gooi ik ze zelf maar af en toe in de groep, om direct popelend af te wachten tot ze terugkaatsen en ik fronsend mag nadenken over een huwelijk met Aurora of de kwaliteit van leven van een nijlpaard (misschien zou ik wel reïncarneren als giraffe en de hele dag in de spiegel kijken).
Hoe dan ook, mocht ik over een schatkist struikelen waarin een miljard blijkt te zitten, dan zou ik een kok permanent in dienst nemen. Want ik eet tegenwoordig (grotendeels) veganistisch en heb regelmatig last van mijn gebrek aan motivatie, talent of tijd voor koken. Geen melkproducten consumeren – voorlopig mijn halve variant van het veganisme – verandert voor mij persoonlijk bijna elke maaltijd die ik voorheen at en vraagt dus om een hoop nieuwe recepten en keukenkunsten. Maar voordat ik inga op de uitdaging van mijn nieuwe regiem, wil ik het eerst graag even hebben over de leuke kanten van de plotselinge wens om koe en kalf met rust te laten.
De leuke kanten van het veganistisch dieet
Nog geen vijf minuten voordat ik besloot (grotendeels) veganist te worden, vond ik veganisten rare mensen en dacht ik nooit, maar dan ook nooit, kaas, melk en yoghurt uit mijn dieet te kunnen schrappen. Het gekke is dat ik al die dingen dus niet mis. Hoe dat precies werkt is me een raadsel, maar het voelt nog het meest alsof iemand een lampje heeft aangeknipt dat voor mij de link tussen melkproducten en koeien(leed) zichtbaar maakt, waardoor kaas-en-zo veel van zijn vroegere aantrekkingskracht heeft verloren.
Met oprecht plezier heb ik me op verschillende plantaardige melken gestort (favorieten: soja en havermout), kookboeken aangeschaft (zelfs voor een niet-koker is dat leuk), Seitan ontdekt, Tufo eindelijk een keer echt leren bereiden en op internet een grote gemeenschap van veganistische bloggers en vloggers gevonden (waarmee ik eenzijdig vriendschap heb gesloten) die goede tips geven en tegelijkertijd het gevoel opwekken dat ik echt niet zo raar doe. Telkens als ik een product ontdek dat veganistisch blijkt te zijn of een melkvariant vervangt (veganistische chocopasta, chocolade, croissantjes) ben ik natuurlijk heel blij en telkens als ik een veganistisch recept tot een succesvol einde breng nog blijer.

Maar wat me vooral gunstig stemt is het feit dat het echt een stuk makkelijker is dan ik had verwacht. Ik verbaas me over de snelheid waarmee ik mijn gewoontes heb kunnen aanpassen en dat is zeker niet omdat ik zo gedisciplineerd ben (want dat ben ik niet). Het verschil tussen mijn verwachting en de realiteit ligt denk ik in het gegeven dat ik voorheen vooral dacht aan alles wat veganisten niet konden eten, en ik zelf als veganist eigenlijk alleen maar op zoek ben naar wat ik wel kan eten, en dat aanbod is tegenwoordig gigantisch en de ontdekking ervan best interessant.
Ik moet daarbij vermelden dat ik vooralsnog flexibel ben. Als ik bij mijn schoonouders of vrienden op bezoek ben die mijn keuze niet zo goed begrijpen, dan eet ik wat de pot schaft (op vlees na, maar dat is inmiddels in sociale context makkelijker om te weigeren). De vegetarische burger met aubergine, pesto en Parmezaanse kaas van ons chaotische en goedkope lievelingsrestaurantje Kazdal in Briançon ligt nog geregeld voor me op mijn bord en als ik buitenshuis geen enkele veganistische optie vind en zelf niets heb meegenomen, dan kies ik bij de bakker (als een echte rebel) nog steeds voor het vegetarische broodje met feta of geitenkaas.
Over honing denk ik overigens nog eventjes niet na en de eieren van de buurkippen (maar echt alleen de buurtkippen) eet ik gewoon.
De lastige kanten van het veganistische dieet
Binnenshuis leef ik met een niet-kokende vleeseter die al zijn liefde voor mij moet inzetten om een klein beetje begrip op te brengen voor mijn keuze. Van hem verwacht ik dus geen leuke nieuwe veganistische maaltijden (gelukkig is er die steun vanuit de onlinegemeenschap).
Als ik daarbij in deze oerconservatieve vallei een restaurant, snackbar of bakker om iets plantaardigs vraag, weten ze vaak oprecht niet waar ik het over heb (‘ik heb kaasstengels voor je in de frituur gegooid!’), laat staan dat er op een bakje frietjes na werkelijk iets veganistisch op het menu staat. Ik ken slechts één restaurant dat een veganistische salade aanbiedt voor 14 euro, waarin je op een paar noten na lang kan zoeken naar een echte calorie (dankjewel dieetcultuur).
Het allerlastigste aan mijn nieuwe veganistische regiem vind ik daarom bij uitstek dat ik veel meer zelf aan de slag moet in de keuken, vaker mijn maaltijden op voorhand moet bereiden en bovendien moet nadenken over alles wat mijn lichaam nodig heeft. Dat is niet heel erg als ik veel tijd heb en toevallig gemotiveerd ben om mijn week qua eten uit te plannen (is me nog nooit overkomen) of verleid wordt door een nieuw recept, maar wel uitdagend wanneer ik heen en weer ren tussen activiteiten. Het resultaat is toch wel dat ik minder eet, en wat ik eet is vaak nu eenmaal wat minder calorierijk. Daarom moet ik momenteel niet alleen actief op zoek naar proteïne en B12, maar vaak ook naar bulk. Vet. Pindakaas. En een persoonlijke chefkok.
(Wat overigens ook meespeelt is het feit dat ik hiervoor veel calorieën haalde uit koekjes, chocoladebroodjes en ander soort prefab ongein dat normaal gesproken in huis rondslingert. Zoveel plantaardige snaaidingen zijn er echter nu eenmaal niet, en de Gerblé koekjes die ik nu maar in huis haal zijn lang niet zo zoet en vet. Klinkt misschien als iets goeds, maar in een koude winter vol training draai ik er best veel calorieën doorheen en kom ik niet ver op een lege tank. Daarom moet ik eens in de zoveel tijd ook maar de moeite nemen om een baal vette veganistische koekjes te bakken om die in een glazen pot op het aanrecht te stallen. En dan maar hopen dat Thibault er van af blijft.)
Wat betreft het prijskaartje van het veganisme: uiteindelijk maakt het wat betreft uitgaven in mijn geval niet zo heel veel uit of ik nou plantaardig eet of niet. Mijn eerste bezoekje aan de Biocoop was nogal alarmerend, omdat ik producten zoals Seitan, Agar Agar, pindakaas en plantaardige yoghurt voor het eerst in grote kwantiteit aanschafte en nog niet zo goed wist wat ik lekker vond of waar ik het goedkoper kon halen. Vooral de kant-en-klare vleesvervangers en proteïnebronnen ervaar ik als duur. Hoe meer eenvoudige recepten ik leer maken en hoe beter ik leer koken, hoe goedkoper ik (vermoed ik) zal uitkomen. Daarbij eet ik minder buitenshuis en koop natuurlijk geen kaas meer, dat hier in de vallei stinkend duur is.
De verpakkingen zitten me overigens wel dwars. Tufo en alle nepburgers (die ik dan maar zelf moet maken) hebben vaak een dikke plastic verpakking plus nog een karton. Alle melken komen natuurlijk in pak (maar ook dat schijn ik zelf te kunnen maken) en de yoghurtjes ook (en zelfs dat valt zelf te maken?). Hier moet ik dus nog eventjes iets op vinden (nog meer koken dus).
Kortom…?
Het is een blijver, dat veganisme. Of ik in de toekomst strikter word, kan ik nog niet zo goed inschatten, maar voorlopig voelt ‘t goed. Terug naar het niet-weten of beseffen kan toch niet, en ik moet ook zeggen dat ik het idee dat het klimaat zodoende wat minder last van me heeft ook behoorlijk prettig vind.
Het gegeven dat ik geforceerd word om een stuk meer te koken is daarbij misschien zo slecht nog niet, en eigenlijk ben ik er gewoon al wel (bijna) aan gewend. Nog steeds voel ik me in sociale context dikwijls een rare vogel en heb de neiging om mezelf te excuseren (‘sorry de rare hippie doet weer moeilijk’), maar ik begin te leren dat ik mezelf niet persé hoef uit te leggen en ook gewoon voor mijn keuze zou kunnen staan.
En als laatste wil ik nog even benadrukken dat de hele onderneming behoorlijk wordt gefaciliteerd door het aanbod in de winkels van Briançon en het feit dat ik de tijd heb om uit te vogelen hoe ik mijn levensstijl binnen mijn budget kan aanpassen. Ik besef me dat dit niet voor iedereen overal hetzelfde is.
Hieronder mijn misbaksels.






Vette vega koekjes: Tahini cookies van Ottolenghi! Recept is met boter, maar ook prima met margarine/anderszins plantaardig. De room kun weglaten of makkelijk vervangen. Lekkur!
International Mountain Leader – Guía de Media Montaña Pallars Sobirà – Catalunya http://www.femketreep.nl facebook.com/femketreepiml instagram.com/bergwandelgids
Aaah dank je voor de tip! Ik ga ‘t proberen en zal je op de hoogte stellen van het resultaat haha.
Ik ben helemaal mee in het verhaal. Het is een boeiende weg om af te leggen. En fetakaas en/of geitenkaas vind ik zelf geen probleem. Honing ook niet echt (of troost ik me met de gedachte dat het eigenlijk van bloemen komt? Al ken ik er nagenoeg niets van).
Heel dapper dat je je misbaksel durft tonen. Ik creëer bijna niets anders, maar het is wel te eten, gelukkig maar.
Overigens, die gehaakte sprei (hoe noemen jullie dat?) waar Tigrou op ligt, heb je die zelf gemaakt? Heel mooi!
Haha ik heb moeite moeten doen om die cake niet weg te gooien. Durf nog even niet aan een nieuwe te beginnen.
Nee, die heb ik niet zelf gemaakt! Anders zou ik heel trots zijn haha. Ik ben aan het leren breien op het moment en zit inmiddels op het muts/sok niveau (en heb de bolletjes gekocht voor een trui…). Maar heb wel gezien dat er hele mooie haakpatronen zijn! Daar zou ik me dus ook graag een dag op willen storten. En jij? Haken of breien of beiden :)?
Goed bezig Ruubs ! Je wordt nog eens een keukenprincesje 😄
Ik wil wel een dikke lading Voekjes😄 met je bakken, en als je zin hebt staat er straks rond 11h een Vake (zonder dampende koffie, die heb ik dus uit huis verbannen maar nu heb ik nog geen alternatief gekocht voor mijn arme ouders) op tafel.
Hahahhaa zal ik dan maar wat van dat destructive geurende goed in een zakje stoppen en meenemen?
Ik vroeg mij laats af waarom mensen en gebit hebben zoals wij hebben. We zijn geen vleeseters, maar hebben wel eiwitten nodig. We hebben maalkiezen maar niet zoals planteneters hebben, en onze snijtanden kunnen wel een wortel doorhappen maar geen walnoot openmaken. Ik voelde mij een beetje mislukt vergeleken met de eekhoorn die ik zag.
Met vlees heb is weinig – in jouw bovenarm willen bijten is een uitzondering – groente en noten zijn mijn favoriet. Ik weet altijd wanneer de herfst echt begint als mijn lichaam opeen naar walnoten begint te verlangen.
Inzicht maakt je ook verantwoordelijk voor je handelen, dus we kunnen beter jouw inspirerende stukjes mijden (dan wisten we het gewoon niet :-))
Ik vond die cake er overigens wel eetbaar uitzien maar je verraad je een beetje door ‘tufo’ te typen …
Zullen we die openingsvraag ook eens gaan afpellen; die vond ik erg prikkelend.
Overigens moet ik nog altijd bij iedere folder waarin iets over flamingo’s staat aan je denken, maar ik hoor je er nooit meer over …
Ik zou wel reïncarneren als jou Ruby, maar ik vrees dat ik dan eerst nog heel veel goede dingen moet doen voordat ik dat ooit zou kunnen/mogen zijn.
Dank weer (en ook de andere reageerders dank voor de verlevendiging van dit goede lees-, denk- en eetvoer.
x
Dick! Ik zal de flamingo herintroduceren. Voor jou.
Ik vind dieren vaak ook een stuk logischer en beter uitgerust dan wij, ook nog eens een stuk mooier (die vachten! die veren!). Ik bedoel, neem nou eens die flamingo (of die giraffe!!), daar kan toch geen mens tegenop…
Wat gek… Tofu…Tufo… Ik doe het telkens fout…iets in mijn brein…
Hahhaa jajaa. Als je als mij wilt reïncarneren moet je vooral heel goed kunnen hoepeldansen, dat is het toegangsticket.
Dank weer voor je reactie 😀