Blogs, Refuge
Comments 6

Refuge Solidaire: een uitleg

Het vluchtelingencentrum Refuge Solidaire werd opgericht in 2017, omdat er via de bergen aan Italiaanse zijde grote aantallen migranten Briançon binnenkwamen – en nog steeds komen. Briançon is een kleine stad waar een aanvraag voor asiel niets uithaalt, dus reizen asielzoekers door naar grote steden als Parijs en Lyon, of verder richting het noorden.

De tocht door de bergen naar Frankrijk is echter fysiek zwaar en vluchtelingen die hier aankomen (waaronder ouderen, geblesseerden, zwangere vrouwen en jonge kinderen) hebben behoefte aan eten, drinken en onderdak voordat ze hun reis doorzetten. Refuge Solidaire geeft ze even rust, voordat ze in een grote stad terug op straat belanden.

Het statuut voor de Franstaligen:

« Considérant qu’il est indigne de laisser dans la rue des migrants arrivant dans le Pays du grand Briançonnais par la montagne, qu’ il est nécessaire de leur donner un temps de repos et d’écoute afin qu’ils retrouvent leur dignité et fassent valoir leurs droits, il est décidé de créer une association afin de gérer au quotidien des lieux d’accueils en partenariat avec les collectivités locales, les associations locales, des ONG.
                La finalité est de permettre aux migrants de dormir, de manger, de se laver, d’avoir accès aux soins, à leurs droits et toutes autres nécessités, grâce à un premier accueil d’urgence de quelques jours dans des conditions décentes. »


Een grote groep vrijwilligers uit Briançon en vrijwilligers uit andere steden of landen zijn direct betrokken bij het (min of meer) laten functioneren van het dagelijks leven binnen het centrum, zoals het voeden van soms honderdzestig mensen per avond, het wassen van evenveel lakens en een te klein aantal vaak smerige wc’s, het geven van medische hulp en het ondersteunen van mirganten bij het plannen van hun vervolgreis. Hoeveel en hoe vaak sommige van hen zich investeren is indrukwekkend: er zijn er meerderen van een jaar of zeventig die ruim veertig uur per week onder het dak van de Refuge doorbrengen, en dat al jaren achtereen.

Organisaties zoals het Rode Kruis, Emmaüs en Secours Catholique bieden noodzakelijke ondersteuning, de rest wordt overeind gehouden door persoonlijke giften en donaties van kleding, medicatie en eten. Refuge Solidaire is daarom in staat twee mensen fulltime uit te betalen, waarvan één receptioniste en één coördinatrice van vrijwilligers. Maar er zijn een hoop meer werknemers nodig om de huidige toestroom aan vluchtelingen op te kunnen vangen onder correcte omstandigheden zonder de huidige werknemers en vrijwilligers op korte termijn een burn-out in te jagen.

De vereniging kijkt daarom momenteel naar het aannemen van een bewaker, een schoonmaker/klusjesman of -vrouw, een kok en iemand die alles bij elkaar coördineert, alhoewel het te besteden budget voorlopig niet toereikend lijkt te zijn. En in alle eerlijkheid draait zo’n tent alleen correct op basis van minstens twintig werknemers, maar ik ben inmiddels genoeg thuis in de humanitaire wereld om te vermoeden dat we altijd achter de feiten aan zullen blijven lopen (hollen, sprinten).

De verhuizing

Ik ben zelf binnengekomen nét na de verhuizing, middenin een bijzonder moeilijke periode die ik nog steeds leer begrijpen.

Het oude vluchtelingencentrum lag vlak naast het station in het midden van een woonwijk (toevallig naast mijn oude muziekschool). Het gebouw was veel te klein voor de toestroom aan migranten en de gemeente wilde ze er weg hebben. Drie mensen kochten toen een enorm gebouw (een oud bejaardentehuis) wat hoger in de vallei, dat uiteindelijk door meerdere verenigingen gehuurd zou worden, waaronder Refuge Solidaire.

Dit gebouw moest echter gerenoveerd worden om te corresponderen met de veiligheidsnorm, waardoor een deel van de raad van de vereniging (de beslissing-makers) ging klussen (héél hard ging klussen) en even wat minder aandacht besteedde aan het dagelijks leven in het oude gebouw. Ondertussen werd de stroom vluchtelingen zo groot dat de aanwezigen in het oude gebouw het niet meer aankonden, brak Covid uit, kon niemand weg omdat de Pass Sanitair werd ingevoerd (waardoor ongevaccineerden/niet-geteste vluchtelingen geen bus of trein meer konden pakken) en ontstonden er gevechten. De situatie was onhoudbaar en dus besloot de raad om Refuge Solidaire tijdelijk te sluiten, de boel de boel te laten in het zicht van anderen, met onder andere als argument dat de overheid deze problematiek eindelijk eens onder ogen moest komen en verantwoordelijkheid moest nemen (de overheid kijkt nog steeds de andere kant op). 

Het gevolg van dat besluit was dat een groot aantal vrijwilligers geen steun meer had van de organisatie en tegenover een groep van meer dan honderd migranten stond. Hoe dit er in de praktijk uitzag weet ik niet, maar er zijn in elk geval een hoop centrale personen verdwenen. De enige twee werknemers kwamen met een burn-out op de bank terecht en de rest is nog steeds heel boos.

Een week later verhuisde de hele bedoeling met veel haast, technisch en organisatorisch te vroeg, en toen kwam ik binnenlopen.

Overbezetting

Het nieuwe gebouw heet Les Terrasses en huisvest dus meerdere verenigingen, waarvan Refuge Solidaire verreweg het grootst: wij nemen twee etages in beslag, de andere hebben elk een kamertje. Manager en verantwoordelijke van Les Terrasses (het gebouw) is Thomas met de baard. Als er brand uit breekt of dingen instorten, dan komen ze bij hem aankloppen.

Het maximale en ideale aantal vluchtelingen dat we in een tiental kamers kunnen opvangen, is vijftig. Legaal mogen we tot tachtig vluchtelingen huisvesten, waarvoor we klapbedden uit de kast halen die in de eetzaal en op de gang terecht komen. Als we een nachtwaker inhuren, kunnen we dat getal oprekken tot 96 man. Komen we daarboven en vliegt de boel in de fik, dan hebben we een héél groot probleem.

Nu zijn er twee dingen gaande: sommige vluchtelingen roken – als het even kan in hun slaapzak – en er zijn er doorgaans tussen de 130 en 160 van. Thomas met de baart slaapt daarom niet meer ’s nachts.

Wat nu? Zelfs al zouden we willen, een selectie aan de deur is niet mogelijk. We hebben al een chronisch gebrek aan vrijwilligers (er zijn er immers nogal wat vertrokken) en de weg terug naar binnen is gauw gevonden. Veel mensen vinden het daarbij ethisch onverantwoord om wie dan ook naar buiten te gooien. De nachten vallen nu nog wel mee, maar Briançon is een bergstad waar de temperatuur binnenkort flink zal dalen. Als we ons echter niet aan de limiet houden, riskeren we opdoeking van het hele centrum (en daarmee de verspilde moeite van veel mensen die zich jarenlang heel hard hebben ingezet en bovendien honderden migranten die acuut op straat terecht komen) of in het ergste geval, een brand waarbij veel doden kunnen vallen. En een brand is echt niet zo ondenkbaar als we allemaal zouden willen.

Het lastige aan deze situatie is onder andere dat betrokkenen lijnrecht tegenover elkaar komen te staan. Thomas met de baard, eindverantwoordelijke, zich zéér bewust van de risico’s, weet en voelt hoe wankel het allemaal nog steeds staat. Hij stelt een harde grens bij tachtig en heeft vrijwel alle oudere vrijwilligers aan zijn kant. Een deel van de jongere generatie wil echter geen concessies doen en lapt graag de regels (de norm) aan de laars voor onderdak van iedereen die anders op straat zou komen te staan.

Een ander probleem van de huidige bezetting is dat het gebouw nu al degradeert. Overdag hebben we zo’n tiental vrijwilligers (soms een stuk minder, soms een stuk meer) verdeeld over het koken, de receptie, de was en de schoonmaak voor honderd plus mensen. Natuurlijk helpen de migranten vaak mee, maar de taak is simpelweg te groot, de grond altijd vies, de toiletten altijd verstopt, te veel wasgoed om te wassen en te veel gebouw om te redden van geleidelijke ondergang.

Daarbij zitten mensen uit veel verschillende landen met veel verschillende religieuze achtergronden, vaak met een miserabel verleden en een miserabel toekomstperspectief, dikwijls getraumatiseerd, hutjemutje op elkaar. Dat er soms gevechten uitbreken, is niet heel verbazingwekkend. Dat er joints worden gerookt en alcohol wordt geconsumeerd, evenmin.

Ook wil een klein deel van de vluchtelingen simpelweg niet graag weg. Waar ze bij ons kunnen eten, drinken en slapen, zij het in chaos, hebben ze buiten onze muren geen enkele mogelijkheid en kijken ze aan tegen een leven op straat, met name wanneer hun asielaanvraag kansloos lijkt. Er zijn een aantal die systematisch problemen veroorzaken en heel moeilijk gedrag vertonen (die me uitlachen waar ik bij sta) maar eruit gooien kan je ze nauwelijks (niet op grond van ons statuut en ook niet in de praktijk). En zolang we zelf achter de feiten aanhollen, kunnen we ze het leven ook niet moeilijk(-er) maken, noch ze helpen zoeken naar een aantrekkelijker alternatief.

Vaak breken baby’s en kinderen mijn hart wanneer ik ze in een hoek zie liggen, maar van deze jongens weet ik vrijwel zeker dat het leven ze niets meer zal geven en zijzelf de weg omhoog niet zullen vinden. Daarom denk ik ’s avonds vaak aan hén, wanneer ik in mijn eigen veilige bed lig.

Covid

Vanwege het virus komt het Rode Kruis drie keer per week vluchtelingen testen. Zij met een negatieve uitslag krijgen een Pass Sanitair en kunnen doorreizen. Zij met een positieve uitslag kunnen niet weg. Voor hen hebben we een geïmproviseerde Covid-kamer (ook wel: een kamer vol covid), maar covid houdt zich soms rustig en besmette vluchtelingen voelen niet altijd de urgentie van een quarantaine. Hoe snel zo’n virus zich door ons gebouw verspreid, is niet heel lastig om te bedenken (hutjemutje + massaal ongevaccineerd + weinig mondkapjes). Gek genoeg valt het tot nu toe wel mee, maar een grote uitbraak ligt ongetwijfeld in de nabije toekomst.

Hoop

De omvang van het gebouw en de hoeveelheid betrokkenen bij Refuge Solidaire, vragen om een professionele aanpak van het dagelijks leven, een solide planning en personeel dat verstand van zaken heeft. Maar de organisatie wordt overeind gehouden door een flinke handvol (inmiddels oude of vermoeide) vrijwilligers die het vaak niet met elkaar eens zijn, vrijwilligers die even een weekje komen helpen en slechts twee werknemers waarvan ik momenteel één ben (en mijn professionele ervaring met dit soort organisaties is letterlijk nul). Geld voor verdere professionalisering ontbreekt. Een nieuwe bron aan gemotiveerde lokale vrijwilligers zou een deel van de problemen kunnen oplossen, maar de kleine stad van Briançon is uitgeput. Daarbij is het dagelijks leven binnen het centrum momenteel zo uitdagend (ze vergelijken het met een War Zone, realiteit is dat je met beperkte middelen en mankracht van de ene in de andere crisissituatie schiet en tegelijkertijd blootgesteld wordt aan een flinke doses humanitaire misère) dat vrijwilligers moeilijk te overtuigen of aan te houden zijn.

Wat geeft me hoop?

Mensen zoals Marie de keukenkoningin. Ze loopt tegen de zeventig, komt tot aan mijn schouders en werkt vijf dagen per week, van acht uur ’s ochtends tot vier uur ’s middags, in onze keuken. Waarom? Omdat Marie wil dat alle honderdzestig te eten krijgen. Sylvette wil dat iedereen een schoon bed heeft om in te slapen, al is het maar voor drie dagen, Emma wil dat ze op weg kunnen naar de stad om daar asiel aan te vragen, Constance wil dat de kinderen iets hebben om mee te spelen, Jawad wil dat ze een kans krijgen op een beter leven zoals zijn ouders dat ook hebben gehad en ga zo maar door. Het wemelt er van de mensen die een groot deel van hun vrije tijd opofferen om anderen met grote problemen, loodzware bagage en een onzekere toekomst heel even rust te geven. Nog nooit ben ik getuige geweest van zoveel goede wil. En dat geeft me hoop.

6 Comments

  1. Veel stof tot nadenken. Bedankt om zo’n degelijk verslag hierover te delen. Die mensen die jou hoop geven én jijzelf zijn degenen die een verschil maken.

    • Dankje dankje!
      En jij ook met jouw blog! Bedankt ook voor het delen van jouw verslagen, inkijkjes, lessen, mooie teksten… ( heb laatst een middag lang mikis geluisterd!)

  2. Pingback: Intussen (ergens anders) in Frankrijk – Can Xatard

  3. Hierna valt iedere berghut exploiteren mee, maar wat een verhaal Ruby.
    Wat een strakke bespiegeling van het leed achter het leed en de strijders voor de mensen zonder naam; ik kreeg er kippenvel van.

    Veel compassie zonder directe verbinding met de persoon kan je overeind houden anders trek je jezelf onderuit. Maar die mensen hebben niets te verliezen en zullen dus alles doen wat hen kan helpen. Kortom de grenzen bewaken en regels naleven is cruciaal.

    Je kunt nooit meer geven dan je hebt en als je teveel geeft verliest iedereen.
    Er moet gekozen worden.

    Jullie zijn in mijn gedachten en in mijn gebed.
    Zouden die ‘lastpakken van jongens’ niet een echte rol kunnen krijgen?
    Energie ombuigen geeft soms kracht als resultaat.

    Dicke kus X

    • Lieve Dick,

      Het feit dat ze er niet zo lang zijn (over het algemeen) maakt dat we niet heel veel directe verbindingen creeëren. Maar ja, als die verbindingen er dan toch zijn, dan is het inderdaad direct allemaal een stukje moeilijker (en vooral moeilijker om het hoofd ‘uit te zetten’ en dus niet al te veel aan hun vervolgreis/toekomst denken).
      Je hebt zo erg gelijk, alles wat je zegt klopt.
      We proberen het inderdaad soms om die jongens een rol te geven, maar omdat we niet met genoeg zijn kunnen we ze ook niet echt begeleiden daarin. Daarbij zijn ze op het moment echt aan de macht in de refuge, en die positie maakt het gesprek niet gemakkelijker (en het gesprek natuurlijk is sowieso lastig, want we spreken elkaars taal niet).
      Goed, het blijft voorlopig nog wel even een avontuur….

      Bedankt, bedankt, bedankt, wederom…!

  4. Pingback: Refuge – Can Xatard

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s