Het was elf uur ’s ochtends, die avond zou ik online mijn statistiektentamen afleggen. Tijdens mijn koffiepauze haalde ik mijn schilderspalet van stal en werkte verder aan een baby in de bijzondere wereld van de buik (een vriendinnetje van me is zwanger). Je zou dit Studie Ontwijkend Gedrag kunnen noemen, maar ik weet inmiddels dat, door een concentratieboog van zo’n dertig minuten, mijn ‘studeren’ voor ongeveer vijftig procent uit werkelijk ‘studeren’ bestaat en voor vijftig procent uit afleidende zaken zoals het opruimen van het huis, schrijven van blogs en kijkjes in de koelkast of er ondertussen geen lekkere dingen zijn verschenen. En dat is niet erg. Ik moet gewoon twee keer zoveel tijd nemen.
Hoe dan ook, Tigrou kwam langs en zou onbedoeld voor een hoop afleiding zorgen. Hij strekte zich uit over mijn werktafel en ik aaide hem gedachteloos, tot ik zag dat hij met zijn billen in mijn verfpalet was gaan liggen. Die zaten dus onder de vlekken. Rood, groen, roze, blauw, wit.
Aanvankelijk moest ik erom lachen, tot ik me bedacht dat olieverf ongezond is voor een mens en ongetwijfeld ook voor een kat. Ik moest dus de billen van mijn kat schoonmaken voordat hij dat zelf zou doen.
Niet alleen laat olieverf zich erg moeilijk uit kwasten wassen, deze kwast in kwestie had daar helemaal geen zin in. Na een aantal rondjes door het huis met een ingezeepte spons in mijn hand en Tigrou zo kleurrijk als voorheen, suggereerde Thibault hem met terpentijn schoon te maken, dan zou het misschien wat makkelijker gaan. ‘Nee!’, riep ik, ‘dat is hartstikke giftig’.
‘Ja, maar dat verdampt voordat hij eraan gaat likken. En als het zo giftig is, zal hij er überhaupt niet aan beginnen, toch? Beesten hebben daar een instinct voor.’
Waarschijnlijk had statistiek opstoppingen in mijn brein veroorzaakt, want ik stemde in en rende vervolgens met een vaatdoek vol terpentijn achter Tigrou aan. Het resultaat was dat hij nu onder de verf zat, én de terpentijn, en zich boos in een hoek van het huis verschool om zichzelf verwoed schoon te likken.
Enigszins in paniek belde ik de dierenarts, die bevestigde dat vooral terpentijn erg problematisch was en ik Tigrou zo snel mogelijk in bad moest stoppen. Ze kende duidelijk Tigrou nog niet. Dus achtervolgde ik het arme beest een laatste keer door het huis om hem in zijn transportbak te forceren en reden we samen naar de praktijk. Omdat er nogal wat zielige honden en katten die dag op een consult wachtten, liet ik mijn eigen geverfde exemplaar, inmiddels goed chagrijnig, bij ze achter en stortte me wederom op mijn statistiek.
Om vijf uur ’s avonds, een uur voor mijn tentamen, kreeg ik een belletje dat mijn kat gewassen was.
Ze hadden hem uiteraard moeten verdoven, dus liep hij even later suf door het huis, in een walm van shampoo. Zijn luxe spa-behandeling had ons 120 euro gekost en mij ruim drie uur aan Studie Ontwijkend Gedrag. Gelukkig zou mijn statistiektentamen er niet onder lijden, ik haalde gek genoeg een negen (het hoogste cijfer dat ik ooit voor een tentamen heb gehaald). Je zou bijna zeggen dat gekleurde katten geluk brengen.

Een kleurenfoto van de gekleurde billen had natuurlijk een hoogtepunt geweest, maar gelukkig heb ik een levendige fantasie.
En ach, de een geeft de kat een verwenmomentje, de ander stopt er een honsdolheidinenting in. Bijna even duur 😂.
Ik had hem inderdaad op de foto moeten nemen. Gemiste kans!
Ohjee wat zijn al die dierenartsbezoekjes toch duur. Was ‘ie gebeten?
Mijn favourite Studie Ontwijkende Gedrag is bij voorkeur om jouw geniale verhalen te lezen. Arme Tigrou.
Als je het kleurrijke beest gewoon over papier had laten lopen had je nu een miljoenenschilderij gehad in plaats van een factuur:-)
Een nieuwe manier van schilderen? 🙂
“Ik moet gewoon twee keer zoveel tijd nemen.” Dat is nu eens een heerlijke zin. Studie Ontwijkend Gedrag of niet. Mentaal Pauzerend Gedrag noem ik het zelf 😉