Mijn badpak dateert uit de vijfde klas, gekocht omdat ik met een vriendinnetje op zomerkamp ging aan de oever van het Comomeer. Sindsdien heb ik niet meer echt een reden gehad om een nieuwe aan te schaffen, zelfs toen ik eruit kromp. Wanneer ik met mijn ex in de blauwe rivieren van de Catalaanse Pyreneeën dook was dat naakt of in ondergoed en bergmeren vind ik gewoon best wel koud.
Maar sinds Thibault op één of andere manier zijn energie moet kanaliseren en natuurlijk niet kan wachten op het herstelproces van zijn gebroken enkel, hebben we een abonnement op het zwembad genomen. Toen ik het toegangspasje in mijn handen hield, gehuld in mijn te grote badpak, met mondkapje, Crocs en spierwitte billen (een absoluut meesterwerk), bedacht ik me dat ik eigenlijk helemaal niet kon zwemmen. Ik kon misschien mijn kop bovenwater houden, maar de manier waarop ik van de ene naar de andere oever van het bad zou bewegen was ongetwijfeld verschrikkelijk.
Het eerste wat ik leerde was hoeveel verschillende borsten, billen en buiken eigenlijk bestaan en hoe die allemaal anders voortbewegen. Ik had al tien jaar geen lichamen meer op grote, bijna naakte schaal om me heen gehad. Het tweede wat ik leerde was dat ik inderdaad niet kon zwemmen en ook niets wist van de baantjes etiquette (zeg je hallo tegen je baangenote?) en het derde was dat leren zwemmen best wel moeilijk is. Want tijdens de borstcrawl kwam er water in mijn neus en luchtwegen en kon ik maar zo’n zes keer met mijn armen in het water slaan voordat ik bang was om te verdrinken.
Daarom was ik er die eerste keer na een half uur wel klaar mee en keek ik hangend aan de zwembadrand naar de gespierde schouders en grappige brilletjes van baantjeszwemmers, het plonzende kattenkwaad van een bende jongens en de flanerende tienermeisjes met hun telefoons aan de oever van het zwembad.
De tweede keer leerde ik dat je ook onderwater kunt verbranden. Thibault had drie kilometer gezwommen en zag er plotseling uit als een roodwatermonster, ikzelf had rode billen.
De derde keer ontdekte ik waarom al die baantjeszwemmers brilletjes ophadden, want nadat ik eindelijk wat langer met mijn kop in het water kon blijven zag ik de hele dag zo wazig dat ik de auto niet meer durfde te pakken.
Voorafgaand aan de vierde keer ging ik daarom langs de winkel om zowel brilletjes als een bikini aan te schaffen. Daardoor zwom ik niet persé beter, maar ik hoefde in elk geval niet meer te waken voor het spontane vertrek van mijn badpak en kon eindeloos onder water kijken naar het voortbewegen van de echte zwemmers. Dat is best wel cool, hoe ze dat doen. Ze lijken ervoor gemaakt.
Zoals veel sporten leuker worden naar mate je ze beter beheerst, heeft het zwemmen me uiteindelijk toch te pakken kunnen krijgen. De sensatie van het glijden door het water begin ik te missen nadat we een tijdje niet zijn geweest. Ik heb zelfs aan Thibault geopperd dat we (ik vooral) misschien eens een lesje moet(-en) nemen. Hij kan inmiddels zachtjes op zijn enkel steunen maar zit voorlopig nog aan het zwembad gebonden om zijn cardio omhoog te krijgen (hij zou tevens kunnen fietsen op een hometrainer maar dat is een stuk minder grappig).
En ik moet zeggen dat er zelfs iets prettigs is aan dat leven in bikini. Ik voel me weer het meisje op vakantie in het zwembad van de camping dat alle verzuipende vliegen uit het water schepte, tegelijkertijd de onzekere ongetwijfeld verliefde tiener op het strand en ook gewoon een volwassen vrouw, een lichaam tussen de lichamen onder de zon, die op de een of andere manier aan de rand van een zwembad in Frankrijk terecht is gekomen en met plezier (en onjuiste techniek) het water in duikt.
Published on August 4, 2020
Aanstekelijk verhaal en weer heel mooi geschreven. Dank je wel!