Mijn vriendje kan erg goed skiën. Zijn favoriete bezigheid is ski galère (‘ski ellende’), wat ongeveer zo gaat: Hij ziet een bos, duikt erin, en ongeacht wat hij tegenkomt, zij het gevallen bomen, rivieren, ijzige wanden, heuphoge hobbels of een absoluut gebrek aan sneeuw, hij vindt altijd zijn weg. Zonder een seconde te aarzelen.
Zodoende brengt hij me langs de meest verschrikkelijke afdalingen, afdalingen waarvan de gemiddelde skiliefhebber ‘s nachts gillend wakker wordt, waarvan je zegt ‘ja maar dit kan toch niet?’, en dan kan het dus wel, met eventueel een schram op de neus vanwege een onverwachte confrontatie met een laaghangende tak.
Tijdens die afdalingen moet ik al mijn twijfel overboord gooien en in beweging blijven. Ademhalen en doorgaan, ademhalen en doorgaan. Dat is niet mijn sterkste punt: aanvankelijk stopte ik, viel ik, huilde ik of schold ik tot mijn geliefde zin had om me in het bos achter te laten (bonuspunten voor hem: Hij heeft altijd gewacht.).
Maar steeds vaker blijf ik overeind en zet ik zonder aarzelen de volgende bocht in. Soms moet ik zelfs aan hem toegeven dat ik zijn ellendige afdaling haast leuk heb gevonden, maar niet met al te veel overtuiging, want dan zoekt hij de volgende keer naar nog wat gevallen bomen extra.
In elk geval weet ik dit zeker: Na een winter lang ski gàlere kan het examen in Maart alleen maar meevallen.
Doe maar stoer jij! Dat moet lukken dat examen dan.
Haha dat zou mooi zijn. Dit verhaal is ontsprongen uit een zeldzaam moment van zelfvertrouwen, concludeer ik nu wanneer ik het teruglees. Ik heb nog steeds een dosis geluk nodig ben ik bang, een enkele boom te veel en het feest is over.
En bedankt trouwens, altijd, voor je reacties (is zo leuk!)
IK ga sowieso voor je duimen.
Super Ruby go gooo!
Wat staat er dinsdag op het programma?!
He stinkzwam! je bent een king! en die vriend van je is kamikaze 😉 hou van jou 😘