All posts filed under: Blogs

Brillenclub

‘Zet ze maar op,’ zei de mevrouw.Ik schoof de bril op mijn neus. Ze keek me nieuwsgierig aan. ‘Het is een beetje gek in het begin, toch?’ Ja, want ik deed hem meteen weer af. En toen weer op. En toen toch weer af. Nieuwe ogen. Voor mijn 34ste verjaardag mag ik de wereld scherper zien. Ik dacht dat iedereen moe werd van autorijden en computeren, maar op een dag begon ik toch aan mijn zicht te twijfelen. Je went eraan, aan grote letters in Word en de laptop tegen je neus. Dat ik eigenlijk bij de brillenclub hoorde, kwam nooit in me op. Omdat je andermans zicht niet ziet en die dus niet kunt vergelijken met je eigen. En andermans geluid hoor je ook niet, en andermans gevoelens voel je ook niet. Daarom is het toch gek om opeens een bril te dragen. Heel even moet ik wennen aan de kleine correctie van mijn brillenglazen, en net zo even besef ik me dat de wereld is zoals ik haar zelf, en alleen ik, ervaar. …

De buurman. En de buurvrouw.

De buurman houdt niet van katten en heeft al jaren ruzie met de buurvrouw. Toch heeft hij zes katten die hij allemaal liefdevol Sale Chat noemt (vieze kat). Meerdere keren per week gaat hij bij de buurvrouw langs, in het ziekenhuis. Die heeft haar venijnige karakter nog niet verloren, zegt hij vaak. En dat is ook wel zo. Ze stuurt ons allemaal sms’jes met bevelen. Kom langs, ik ben alleen. Ik wil een croissant. De eerste keer at ik die croissant zelf op, in de auto, toen ik terug naar ons dorp reed. Want de buurvrouw mag geen vaste dingen meer eten omdat ze daarvan stikt, en ik weet niet of ze die realiteit negeert of zoveel honger heeft dat ze het stikken bij het eten van een croissant op de koop toe neemt. Haar familie heeft haar computer al uit huis gehaald. Daar speelde ze patience op. Mocht ze onverhoopt toch thuis mogen sterven, dan kan ze dus geen patience meer spelen voordat ze doodgaat, en er is al zo weinig te doen in …

Een kantoorbaan

Elke ochtend gaat mijn wekker om zes uur. Te donker om mijn hond uit te laten, om de ogen te openen, in alle eerlijkheid. Toch schuilt er in die koude ochtenden een ontmoeting met de dag die ik opzoek in gedachten, nog voor ik mijn bed uit moet. Iets waar ik zin in heb. Alleen op de wereld op mijn bank met mijn koffie, voordat het geheel doordraait richting het tijdstip waarop ik naar werk moet. Zes maanden lang test ik het leven van normale mensen, of hoe ik me voorstel dat veel normale mensen hun leven leiden. Een kantoorbaan van kwart over acht ’s ochtends tot vijf uur ’s avonds, met elke zaterdag en zondag het weekend. Zo’n zeven uur per dag zit ik routineus met de neus achter een computerscherm. De beste uren van de dag; die van daglicht. Tussen de middag eet ik warm uit mijn plastic bakje, uit de magnetron, tegenover collega’s in het refectoire. Dat is een Frans woord dat ik niet kende en door google wordt vertaald als ‘refter’; …

Herfstzon

Het is alsof iemand een magische spreuk over ons landschap heeft uitgesproken. Een zwaai met de toverstok en alle mensen zijn weg, nog een zwaai en de hitte verandert in herfstzon, een derde zwaai en het kleurenpallet gaat van donkergroen en -grijs naar geel en oranje, met witte toppen omdat het zo koud is ’s nachts. Een geheim wonderlandschap dat in theorie voor iedereen toegankelijk is, maar slechts voor ons hier in de vallei achter de deurpost ligt. Een stap naar buiten, vier hondenpootjes om uit te laten en frisse lucht van hart tot vingertoppen, dauw op de velden die nu knisperen, geen mens, geen auto, alleen de langzame en doodstille doorgang van seizoenen. Was het maar langzamer, denk ik altijd in herfst. De pracht en praal van witte vlokken hoeft nog even niet deze paden te bedekken, niet deze oranje bomen, niet deze warme stralen van een vriendelijke, zachte zon. Ze mag haar uitnodiging aan skiërs en langlaufers laten slingeren, kwijtmaken ware het niet dat mijn inkomen van hen afhangt. Misschien dat de belofte …

Honderd jaar later…

…zit ik eindelijk weer achter mijn computer om een blog te schrijven! Het voelt als thuiskomen. De gedachte om me weer, een soort van, in dezelfde omgeving te bevinden als Scotty, Anemos en Can Xatard alleen al, doet me plezier. Geen idee echter waar ik het over moet hebben. Mijn leven heeft in de tussentijd in zo’n acht achtbanen gezeten (maar lijkt vreemd genoeg op precies dezelfde plek weer te zijn afgezet); de attractie van de wereld is ergens op z’n kop blijven hangen. Het dorp heeft een bloedhete, door toeristen én modder overstroomde zomer overleefd. Alleen het huis van de buurman – die naast de rivier – is door alle gaten en kieren tezamen volledig ondergestroomd. En de alleenstaande, 70-jarige buurvrouw heeft een ALS-diagnose gekregen, opgedaan, ondergaan. Bleef het nou maar bij die diagnose, denk ik nu, bij wat woorden op een briefje geschreven in doktershandschrift. Maar de veters kunnen niet meer zelf gestrikt, de mouwen niet meer opgestroopt, het haar niet meer gewassen. En de woorden? Niet meer gesproken. Hoewel je als dorp …

Hop, hop, trein

De kat zit op het aanrecht, de hond ligt op de grond. Een nieuwe klok tikt, het is half elf ’s avonds en vaak slaap ik al om deze tijd. Maar vanavond niet. Vanavond schrijf ik — iets wat geforceerd misschien, maar het kwam er de hele dag niet van, en de trein moet bij het station vandaan. Die moet rijden, de rails volgen dwars door het berglandschap van mijn huidige hart, hoofd, wereld en tijd. Hop, hop, trein. Waarover schrijven dan? Bijna al mijn vriendinnen hier in Frankrijk zijn zwanger, en daarom brei ik mutsjes. Ik kan er niet onderuit dat deze toekomstige geboortegolf mijn huidige realiteit markeert: al die groeiende doperwten, vijgen en mango’s. Er is straks veel om van te houden, en waarvan ik dan houd, zal geen rotsen beklimmen of bergen afskiën, maar huilen en poepen, en met zo’n zachte babyhuid vragen om aandacht en knuffels. Terwijl ik soms ook de lokroep hoor van een eigen kind met een eigen muts, vraag ik mijn lichaam momenteel om iets heel anders: om …

Ik ben moe!

Vandaag ging ik naar de dokter en was er niets met me aan de hand. Heeft u keelpijn?Nee.Hoest u?Niet echt meer.Hoofdpijn?Nah. Tegenover me zat een piepjonge intern en ik voelde me, vanaf het moment dat ik de ruimte binnenstapte, een gekke oude dame die zich dingen had ingebeeld. U was ziek?Ja, ik was ziek.En nu bent u beter?Ik geloof het wel, ja. De timing van mijn doktersbezoek was ronduit slecht, want het enige wat ik nog aan haar kon presenteren was het gevoel net een oorlog te hebben uitgevochten, en daar durfde ik niet over te beginnen. Dus zat ik daar, gezond en wel mijn schouders op te halen. En toch was ik drie weken lang ziek geweest. ‘Drie weken!’ Riep ik nauwelijks. ‘Het goorste spul ooit kwam uit de top van mijn longen naar boven! En toen had ik keelpijn en tandpijn en hoofdpijn en toen was ik vier kilo lichter en in de afgelopen 72 uur sliep ik er zo’n 62!’ Hoe gaat het met u? Dat was misschien wel wat ik bij …

Bijt niet in de hand die je voedt

Daar gaat het busje omhoog naar het skistation. Eerst vond ik dat nog wel leuk. Zat ik daar met alleen maar locals, de skiliftbewakers en pisteurs op weg naar hun winterbaan en ik naar de mijne. Nu, zo’n twee maanden nadat ik skilessen begon te verkopen voor de Franse skischool, vind ik het minder leuk. Want hoe vaker ik opga in weer een nieuw winterseizoen, hoe absurder het geheel daarboven op me overkomt. Wordt het werkelijk absurder? Of verander ik zelf meer en meer? Soms vind ik er de bergen niet meer. Dan liggen ze in etalage van winkeliers die royale levens van ze leiden of simpelweg op het bord van de rijken der aarde, of vervagen ze achter de nevel van liefde tussen die twee. Soms zie ik ze even in de schaduw van de enorme auto’s die door de smalle straten van Montgenèvre proberen te rijden of steekt één van hun toppen uit boven alles wat gekocht, gegeten of gedronken moet worden voor een geslaagde skivakantie. Als achtergrond staan ze gelukkig verdomde goed …

Il candore della neve

Er kwam een bus langs en ik stapte in. Januari 2024, op weg naar de gidsenopleiding in Italië. Hij stopte in mijn woonkamer als een idee, een waarom niet, een mogelijkheid die ik gaandeweg zou onderzoeken. Dat ik daarvoor Italiaans moest leren, lijkt nu pas, een jaar verder in het onderzoek, door te dringen; nu ik door een lesboek blader en merk dat ik het verhaal begrijp of het ritme voel. L’incedere lento del tempo, of il candore della neve. Ik wil graag de taal leren die ik bijna spreek, wat een geluk. Dat ik ook Italianen heb leren kennen, lijkt een vreemd gegeven uit mijn recente geschiedenis. Een bushalte in een parallel universum waar ik stotter en word getest, maar toch langzaam iemand begin te worden. Dan kijk ik naar een Italiaanse film met zulke uitgesproken Italiaanse mensen en denk ik: goh, ik ken dat volk. Ik word dat volk, een klein beetje. Herinneringen aan hoe ik met hen door de straten van een Italiaans stadje liep. Een Hollander. Mijn meest absurde, engste en …

Vierkante kat

De enige manier waarop ik mijn leven kan verpesten, is door er niet over te schrijven. Zolang ik erover schrijf is het een geslaagd project. Wat er ook gebeurt. Schrijf ik er niet meer over, dan slaat het nergens meer op. Dat is het leuke aan mijn bestaan. Dat geluk heb ik. In plaats van dat het nooit werkelijk ergens op slaat, slaat het alleen nergens op wanneer ik er niet over schrijf. Wat er nu allemaal in dat leven gebeurt – dat bij deze ergens op slaat? Niets bijzonders en toch alleen maar geks. Van grote groepen halfnaakte Italiaanse mannen en presentaties over Italiaanse berggeiten of Italiaanse presentaties over ik-kan-het-niet-verstaan, tot breien op de bank en een nieuwe baan bij de skischool in Montgenèvre, waar rood de religie is.  Een blessure, dan weer geen blessure, en dan weer een nieuwe blessure. Klimmen aan rotsen in een zonnig winters landschap, krijsend hangen aan een muur van ijs of krijsend vanwege wereldnieuws op wereldnieuws. Geld, geen geld, geld en 112 volgers op een nieuw Instagram account …