Blogs
Comment 1

Voor wie zijn de bergen

Hebben jullie de code van de barrière? – vragen ze ons tien, twintig keer per dag. De gemeente sluit ‘s zomers de toegang tot het einde van de vallei af, voor auto’s welteverstaan. Een automatische barrière gaat open en dicht en open en dicht, open voor de publieke busjes die heen en weer rijden en open voor de mensen met een code, eigenaren van huisjes hier en daar. Pas ’s avonds om zes uur mag de rest met de auto naar boven. En ’s ochtends om half negen gaat de vallei weer dicht.

Die busjes die heen en weer rijden, kosten twaalf euro heen en terug. Per persoon.

Wat zit er precies, achter die barrière, dat twaalf euro waard is? Het attractiepark van moeder natuur: golvende bergen met paden. Marmotten verstoppen zich in het hoogseizoen, maar de toppen en dalen verwelkomen slingers wandelaren. Een smalle maar geasfalteerde weg leidt naar het begin van de wandelpaden, twaalf kilometer diep de vallei in. Kunnen we daarboven iets zien? – vragen ze wel eens. Het is geen weg die mensen afzet op de top en niet eens op een col, maar midden in de bergen, in het gras, pal in de zomerhitte boven de boomgrens.

Mensen zouden dus gewoon naar boven kunnen rijden, maar daar heeft de gemeente een stokje voor gestoken. Voor het barrièretijdperk hoopten de auto’s zich op, niet alleen op de parkeerplaats, maar ervoor, erachter en ernaast. Stapels auto’s concurreerden met de bergen.

Haal je nu de barrière weg, zo midden augustus, dan raakt de vallei acuut verstopt.

Omdat mensen vaak hun mening bij het toeristenbureau achterlaten, weten we precies wat ze ervan vinden. Ze zijn blij met de barrière. Blij met de busjes (ecologisch, fantastisch). Ze zijn blij met de busjes tot ze de prijs horen. Twaalf euro! Vakantie wordt duurder en duurder, zelfs voor wandelen moet nu flink betaald worden. De prijzen van de campings zijn gestegen en restaurants? Pizza margarita voor dertien euro!

Vaak leg ik uit waarom de busjes duur zijn: ze rijden elke twintig minuten, zo’n 25 chauffeurs plus benzine en zodoende zijn ze zelfs voor twaalf euro nog niet rentabel. Nadat het departement begin dit jaar een financiering stopzette, had de gemeente blijkbaar getwijfeld: gewoon maar de barrière gesloten houden, of dit dure bussysteem inzetten. De mensen die luisteren naar mijn uitleg snappen het meestal wel. Maar hoe moet een jong gezin dit nou betalen? – Antwoorden ze soms.

Het bedrag van twaalf euro rolt ook bij mij met moeite van mijn lippen. Als de toegang tot wandelpaden moet worden beperkt, waarom wordt de selectie dan gemaakt via geld? Zij die er veel van hebben zijn vaak al vaste gasten in de bergen; kunnen ze hier ’s zomers niet naar ’t einde van de vallei rijden, dan kopen ze van de winter ergens anders wel een kaartje omhoog. Zij die er minder van hebben, of nog geen bergen in hun hart hebben groeien, voor hen zou ik de barrière met een gracieus gebaar willen openen. Het toeristenbureau heet u welkom (zelfs al heeft u in eerste instantie een busritje nodig om tot het meer te kunnen komen!).

Tegen de meeste mensen zeg ik, welk ook hun budget, dag in dag uit, dat er heel veel mooie wandelingen te maken zonder het busje, met meren en collen en hutten. Wat achter de barrière schuilt, lijkt des temeer aan te trekken, terwijl de bergen vanuit het dorp omhoog net zo mooi zijn.

Als mensen niet aardig zijn – soms zijn ze dat niet, want dan zijn ze boos, op ons – dan zeg ik hetzelfde, maar denk ik: loop er dan naartoe. Niemand houdt een wandelaar tegen. De bergen zijn niet gemaakt voor uw entertainment, de meren niet aangelegd voor uw wens om slechts anderhalf uur te wandelen voor een waanzinnig mooie lunchplek. U heeft geen speciaal recht op gemotoriseerde toegang tot deze natuur, omdat er toevallig een kleine asfaltweg ligt. En ook niet omdat u een paar jaar geleden wél gewoon kon doorrijden. Of omdat u al twintig jaar in de vallei komt. Of omdat u een super wandelaar bent. Het pad langs de rivier naar het hart van de vallei is buitengewoon mooi, en het pad over de rechterflank geeft een uitzicht op de puntige bergen aan de andere kant. Is het te lang – neem dan een tent mee. De bergen in, op avontuur, in de natuur. Bent u een wandelaar? – wees dan ook een wandelaar. Trek uw stevige schoenen aan en ga erop uit.

Dat alles denk ik soms.

En wanneer alle toeristen eindelijk – met of zonder bus – de bergen in zijn getrokken en het bureau even ademhaalt, blijf ik vaak achter met de vraag: voor wie zouden die bergen hierachter nou moeten zijn?

(Voor mij, natuurlijk! Voor mij alleen het liefst. Het is inmiddels weer laagseizoen en wat is dat fijn: alles weer voor de locals, zelfs de supermarkt. Maar goed, drie maal raden waar veel van die locals van leven…)

This entry was posted in: Blogs

1 Comment

  1. SCOTTY's avatar

    Ik word wel mega verleid door deze foto, hoor. Zou zo in de auto stappen en erheen scheuren. Maar ja, vervolgens dan die dure busjes hè. Die houden me tegen. Hahahahaha.

Leave a comment