De Niet Kerst
De vierentwintigste vieren de Zweden hun kerst. Het team van mijn hotel was ’s middags met cadeautjes, dobbelstenen en een Donald Duck film rond de tafels in de bar gaan zitten. De arme chef-kok moest hard werken voor hun kerstlunch. Ik was er niet, want ik had besloten liever te drytoolen met mijn gids in Servoz. Terwijl mijn collegaatjes de gevel van het gingerbreadhuis afbraken en opdeelden, hing ik aan twee ijsbijlen langs een rotswand. Die avond, nadat het kerstfeest was opgeruimd en mijn bazen met ronde buikjes aan de bar hingen, stond ik op het rooster en volledig uitgeput achter de biertaps. De après-ski was rustig. Rond achten verdween de kleine uitgedoste menigte naar het appartement en bleef ik achter met een stel feestgangers met kerstmutsen dat te dronken was om binnen het gat van de wc-bril te kotsen. Een veel te verlegen collega heeft iedereen er zachtjes uitgeschopt. Dat was mijn kerstavond. De vijfentwintigste besloot ik een hardlooproute rond het chalet te zoeken. Het was absurd warm. Ik eindigde ergens in het gras …